De baan op

'Als ik doe alsof ik hier thuishoor, ga ik het zelf geloven'

Aafke Romeijn schreef columns voor GOLF.NL als beginner. Inmiddels is ze een paar stappen verder en kan ze zich een golfer noemen. In die hoedanigheid deelt ze in een maandelijkse blog de ervaringen in haar (golf)leven met ons. Deel 1: Mistig.

Door dichte mist reed ik over smalle plattelandsweggetjes, onderweg stilletjes biddend dat er geen tegenliggers zouden opdoemen, want de enige uitwijkmogelijkheid was het prikkeldraad. Moest ik hier echt zijn? Google Maps op mijn telefoon scheen vrij zeker te weten dat hier ergens, middenin het Drentse niemandsland, een golfbaan zou moeten liggen. Het was een koude januariochtend, en om allerlei redenen voelde ik me nerveus en niet op mijn plek.

Met mijn talent voor depressie en bodemloze katers had ik mezelf aan een strakke leiband gelegd

Al de hele week logeerde ik op een hotelboot in stad Groningen, omdat het jaarlijkse festival Eurosonic/Noorderslag daar plaatsvond. Samen met duizenden andere muzikanten en muziekprofessionals namen we de stad een weekje over om overdag over de stand van zaken in de business te praten, en ’s avonds naar bands te kijken. Het is wat ik een “professioneel bacchanaal” zou noemen: de popmuziekversie van een uit de hand gelopen personeelsfeest. Met mijn talent voor depressie en bodemloze katers had ik mezelf de hele week aan een strakke leiband gelegd: twee biertjes per avond, en voor middernacht in bed. Dat doe ik elk jaar, en het geeft rust, maar ook het knagende gevoel een hoop pret mis te lopen. Hopeloos volwassen.

Nu was het zaterdag, de laatste dag van het festival, en toen ik ’s ochtends om acht uur relatief fris bij het ontbijtbuffet verscheen was de eetzaal akelig leeg. De hotelmedewerker die me koffie inschonk uit een zilveren thermoskan vroeg me of alles oké was, aangezien hij de hele week nog niemand aan het ontbijt had gezien voor een uur of tien.

“Zeker,” zei ik. “Ik ga golfen.”

Paradijsvogel

Alsof het de normaalste zaak van de wereld was. Alsof ik me niet enigszins opgelaten had gevoeld toen ik uitgenodigd werd. Gegolft wordt er in de muziekindustrie alleen door de hoge omes: de voorzitters, de CEO’s, de platenbazen. Als artiest word je geacht je te kleden als een paradijsvogel en vooral niet voor het middaguur je bed uit te komen. Maar steeds meer mensen weten dat ik golf - en ook nog eens met plezier - en ze willen dat wel eens meemaken: een artiest op de baan. En dus zei ik “ja” toen een voorzitter en een directeur me mee vroegen. Ik dacht nog: mooie kans om eens op een andere baan te kijken, en mijn nuchtere zelf kon zo gebruik maken van de loze ochtenduren.

Nu, in het noorden, op weg door de mist, besloop me een onbehaaglijk gevoel. Waar zou ik dadelijk moeten parkeren? Zou mijn stokoude Starlet niet uit de toon vallen tussen de nieuwere auto’s? Hoe moest ik balletjes halen, en waar? Gek genoeg dacht ik er ook nu pas aan dat dit mijn eerste keer op een grote baan zou zijn. Tot nu toe had ik me beperkt tot de bekende en dus veilige par 3-baan van mijn thuisclub, waar ik inmiddels de weg kende en ik vol trots en zelfvertrouwen naar de volgende tee loop zonder naar bordjes te hoeven zoeken. Waarom had ik toegezegd om met een groepje relatief onbekenden - als enige vrouw bovendien - een onbekende grote baan op te gaan?

Vreemde gewaarwording om als muzikant op een popfestival pas nerveus te worden wanneer het podium een glooiend grasveld betreft

Het is een vreemde gewaarwording om als muzikant op een popfestival pas nerveus te worden wanneer het podium opeens een glooiend grasveld betreft. Maar juist door mijn podiumervaring wist ik: hier moest ik even doorheen. Gewoon verder rijden door de mist, Google Maps volgen, het parkeerterrein op, gewoon mijn oude barrel parkeren tussen de leasebakken, gewoon op zoek naar de drivingrange. Als ik doe alsof ik hier thuishoor, dan ga ik het zelf geloven. Zo werkt het op het podium al twintig jaar, en, zo bleek ook hier: op een golfbaan is het niet anders.

Iets later begon de mist op te trekken, een waterig zonnetje bescheen het gras dat zich uitstrekte tussen de boompartijen. De horizon kleurde vaal oranje. Zonde, dacht ik, dat die duizenden collega’s dit moment doorbrachten tussen de hotellakens. Het is hier prachtig, en ik zou nergens liever zijn.

Aafke Romeijn

Beeld: Bibian Bingen

Over de auteur

Aafke Romeijn is een Nederlandse muzikant, schrijver en journalist die bekend staat om haar populaire muziek albums en boeken. Daarnaast schrijft ze columns voor diverse kranten en magazines. In haar vrije tijd staat ze graag op de baan om te genieten van een potje golf. Meer weten? Bekijk de website van Aafke Romeijn.

 

 

 

 

 

 

 

 

Lees meer over
Blog Column