Golfsport

Wat is het verschil tussen de plaatselijke regels 'bal schoonmaken en terugplaatsen' en 'plaatsen'?

Het gebeurt in de periode van oktober tot en met april regelmatig dat een golfbaan niet in de beste conditie is. Meestal heeft dat te maken met de weersomstandigheden, waardoor plaatsen of alleen schoonmaken (en terugplaatsen) door een plaatselijke regel is toegestaan. Deze plaatselijke regels lijken op elkaar, maar er is wel degelijk een verschil.
Beeld: Golfsupport.nl

Beeld: Golfsupport.nl

Als delen van de baan dusdanig nat zijn dat er modder aan de bal kan blijven kleven, kan de Commissie van de golfbaan of -club besluiten dat je de bal mag opnemen, schoonmaken en terugplaatsen in het algemene gebied. Deze mogelijkheid moet worden beperkt tot de delen van de baan waar die nodig is. Bij terugplaatsen leg je de bal dus terug op exact dezelfde plek waar de bal oorspronkelijk lag. Een bal die op dezelfde plek moet worden teruggeplaatst, moet altijd eerst gemarkeerd worden voordat hij wordt opgenomen.

Deze plaatselijke regel kan voor het hele algemene gebied of alleen voor specifieke delen daarvan gelden (Model Plaatselijke Regel E-2). Het algemene gebied is het gehele gebied van de baan met uitzondering van hindernissen, bunkers, green van de hole die je speelt en de afslagplaats die je moet gebruiken bij het begin van de hole.

Plaatsen is anders dan schoonmaken en terugplaatsen

De plaatselijke regel voor plaatsen is daarentegen alleen bedoeld om gebruikt te worden in het algemene gebied gemaaid op fairwayhoogte of lager. Dit gebeurt als slechte weersomstandigheden, zoals zware sneeuwval, dooiperiodes in het voorjaar, langdurige regenval of extreme hitte, de baan beschadigen of als ze het gebruik van zware maaimachines verhinderen. Mochten deze omstandigheden wijdverspreid over de golfbaanbaan voorkomen, dan kan de Commissie de plaatselijke regel voor plaatsen instellen om normaal spel mogelijk te maken. De reden kan ook zijn om sommige of alle fairways te beschermen (Model Plaatselijke Regel E-3).

Bij plaatsen bepaalt de Commissie in welk gebied er geplaatst mag worden. Dit kan zijn binnen 15 centimeter, binnen een scorekaartlengte of binnen een clublengte van waar de bal oorspronkelijk lag, maar nooit dichter bij de hole. Bij het toepassen van deze plaatselijke regel is het niet verplicht de bal te markeren, maar het wordt wel aangeraden om misverstanden te voorkomen. Je mag de bal ook schoonmaken en zelfs vervangen door een andere bal. 

Plaatsen in het algemene gebied buiten de fairway wordt afgeraden, omdat dit kan leiden tot het zonder straf ontwijken van een gebied waar een bal anders onspeelbaar zou zijn (zoals in gebieden met struiken of bomen).

Beide plaatselijke regels tegelijkertijd

De Commissie kan er ook voor kiezen om beide plaatselijke regels op hetzelfde moment in te stellen om het spelplezier te bevorderen. Plaatsen is dan toegestaan als de bal in het algemeen gebied gemaaid op fairwayhoogte of lager (dus o.a.de fairway) ligt. Daarnaast mag je volgens plaatselijke regel E2 (bal schoonmaken) ook buiten de fairway in het algemene gebied je bal markeren, opnemen, schoonmaken en terugplaatsen op zijn oorspronkelijke plek.

Deze plaatselijke regels moeten worden ingetrokken zodra de omstandigheden dit toelaten.

Niet tijdens strokeplay, wel tijdens matchplay

Het is niet toegestaan om deze plaatselijke regels in te stellen als een strokeplayronde al is begonnen. Spelers die meer holes te gaan hebben, zijn in dat geval in het voordeel omdat zij er langer gebruik van kunnen maken. Als een matchplaypartij begonnen is, kan het wel. Dit moet dan tussen twee holes gebeuren, zodat de tegenstanders evenveel voordeel hebben.

Om te weten of de baan qualifying blijft bij het invoeren van een van deze plaatselijke regels, moet de baan of club de richtlijnen van de NGF raadplegen.

Lees meer over
Golfregels