“Mijn droomdoel is met de beste golfsters van de wereld toernooien spelen en dan natuurlijk proberen te winnen. Ik vind golf het leukst als het om winnen gaat, als het heel erg spannend wordt. Ik woon ten zuiden van Parijs, heb een Franse vader en Nederlandse moeder. In 2016 won ik in Nederland het NK t/m 18 jaar, toen speelde ik nog voor Frankrijk. Daarna heb ik voor Nederland en de NGF gekozen en daar heb ik geen seconde spijt van gehad. Ik sprak de taal nauwelijks maar ik voelde me meteen heel goed bij de andere Nederlandse meisjes en de organisatie vanuit de NGF was ook perfect. Ik reis veel op en neer van Parijs naar Nederland voor trainingen en wedstrijden, soms is dat zwaar maar ik heb het er graag voor over. Thuis in Parijs besteed ik ongeveer twintig uur per week aan golftrainingen en ik ga naar de sportschool. Ik volg thuisonderwijs, een Frans programma dat je kunt vergelijken met het vwo in Nederland. Ik ga die opleiding zeker afmaken, dat moet van mijn ouders. Toen ik vijf jaar was, ging ik voor het eerst met mijn vader mee naar de golfbaan, hij speelde op Le Golf National waar vorig jaar de Ryder Cup is gehouden. Ik vond golf al snel leuk, een bal perfect slaan met een mooie vlucht is heel cool. Ik speelde veel met jongens, die zijn meestal competitiever. Ik vond het leuk om te laten zien dat meisjes ook goed zijn. Mijn sterke punten nu zijn het putten en het korte spel rond de greens, daar heb ik veel op getraind. De beste golfsters komen meestal uit Azië, ik denk dat ze harder werken en beter luisteren naar coaches, dat zit in de cultuur waarschijnlijk. Het lijkt soms een beetje robotachtig hoe de Aziatische speelsters golfen maar ze zijn wel ontzettend goed. Ik lijk op mijn vader en op mijn moeder, denk ik. Als ze iets echt willen, dan stoppen ze pas als het gelukt is. Ik hoop en denk dat ik dat ook heb.”