Dagboek van een beginner

'Laat de driver in je tas': deze 10 lessen leerde Roy in zijn eerste serieuze golfjaar

Al het begin is moeilijk. Zeker bij golf. Roy Heethaar schrijft in de rubriek Dagboek van een beginner over zijn vorderingen en flaters als startende golfer. Zijn doel is bereikt, hoe kijkt hij terug op de weg ernaartoe?

Het lijkt alweer een eeuwigheid geleden dat ik met collega Stef Swagers de baan inging voor de nulmeting. Na een barslechte ronde in gure omstandigheden werd mijn handicapdoel voor dit jaar door de scratchspeler bepaald op handicap 39,9.

Stef heeft er kijk op, want hij bleek de lat precies op de juiste hoogte te hebben gelegd. Ik begon 2025 op handicap 54 en brak op 24 oktober, nota bene in mijn eerste 18-holesronde, eindelijk door de grens van 40. Inmiddels sta ik op 38,9 en is het tijd voor een nieuw doel. Maar eerst: wat heb ik dit jaar eigenlijk geleerd, nu ik ‘officieel’ beginner-af ben?

Tien belangrijke golflessen die ik leerde

1. Alles begint bij de grip

Mijn missie begon dit jaar met het zoeken naar een nieuwe golfpro. Die vond ik in de persoon van Loed Jordaan. Dat bleek een schot in de roos. In de eerste twee lessen transformeerde hij mijn swing van een gammel geheel naar een solidere slag.

De voornaamste ingrepen: mijn voorste arm gestrekt houden, een compactere achterzwaai en een sterkere grip. “Minstens anderhalve knokkel moet je zien van je rechterhand”, zei hij in februari tegen deze linkshandige golfer.

Oude fouten kwamen terug doordat mijn grip opnieuw te zwak was

Pas in oktober viel het kwartje: oude fouten kwamen terug doordat mijn grip opnieuw te zwak was. “Het clubblad is de CEO van je golfswing”, legde mijn golfpro uit. “Jouw clubblad staat open doordat je grip te zwak is. Daardoor ga je compenseren, kom je van buiten naar binnen – over the top dus – en mis je het goede contact met de bal.” Eureka!

2. Leer de juiste zwaaibaan

Sinds mijn grip weer klopt, werken swingpad en clubblad eindelijk samen (de ene dag beter dan de andere - het blijft golf). Ik kan nu makkelijker van binnen naar buiten slaan zonder dat de bal naar links afzwaait. Dat komt dus puur omdat mijn clubblad bij impact niet meer openstaat. Met die sterkere grip verdwijnt ook dat andere hardnekkige euvel: het over-the-top-swingpad.

Hier zie je een fragment van hoe ik de juiste zwaaibaan trainde:

en accepteer marketing cookies om deze video te kunnen bekijken.

3. Materiaal (fitten) is belangrijk

Die verkeerde zwaaibaan kwam ook aan het licht tijdens de ijzerfitting bij Twente Golf. Ik kwam veel te steil op de bal in, met als gevolg dat mijn balvlucht te weinig hoogte kreeg en ik afstand inleverde. Bovendien belast je op die wijze je polsen te veel, omdat het contact tussen het clubhoofd en de mat erg hard is. Het gewenste brusheffect - waarbij het clubhoofd door het gras of over de mat glijdt in plaats van erin hakt - bereik je eerder met een zwaaibaan van binnen naar buiten.

Ik red mij nog altijd met mijn tweedehands Benross-set, maar als je begint met golf raad ik je zeker aan een clubfitting te doen. Zo bleek bij mij dat mijn clubs te kort waren in verhouding tot mijn lichaamsbouw. Ik had een extra inch nodig, hetgeen ook weer helpt tegen het toppen van de bal.

Een nieuwe set schaf ik pas aan wanneer mijn swing ‘locked’ is, maar die extra inch kon ik eenvoudig realiseren door mijn ijzers te laten verlengen bij Twente Golf. Hier zie je hoe dat werkt:

en accepteer marketing cookies om deze video te kunnen bekijken.

4. Snel beter scoren? Begin bij putten

Toch heb ik ook flink geïnvesteerd in nieuw materiaal, in de vorm van een nieuwe putter. “Begin daar eerst eens mee”, adviseerde Loed mij. Goed punt, want halverwege 2025 ontdekte ik dat ik op de greens veruit de meeste slagen verloor. Tijdens een putterfitting, eveneens bij Twente Golf, kwam de Ping Anser als beste uit de test rollen voor mij. Kosten? 275 euro (maar dan heb je ook wat).

Ik ging er serieus mee aan de slag en focus me erop om de bal bij de eerste putt vlak bij de vlag te krijgen. Daarmee vergroot je de kans dat de tweede putt raak is. Dankzij deze aanpak en het aanzienlijk betere materiaal heb ik die tergende drieputts al flink teruggedrongen.

Roy chipt

5. Chippen kan ook met een ijzer

Er wordt weleens gezegd dat je je scores voor een groot deel kunt redden met het korte spel. Voor het chippen leerde ik tijdens een nuttige baanles een wapen dat me al uit talloze benaderde situaties heeft gered. Heb ik veel green om mee te werken, dan kies ik voor een bump & run met ijzer-7 of -8: een puttachtige beweging waarna de bal rustig naar de vlag rolt.

6. Laat de driver in je tas

Mannelijke golfers hebben nog weleens de neiging om vooral hard en ver te willen slaan met de driver. Als het lukt ben je het mannetje, maar de risico’s op een afzwaaier zijn groot. Ik kan mijn testosteron doorgaans goed in toom houden, en sla op de par 4/5’s doorgaans af met mijn geliefde hybride-3.

Die club heb ik het beste onder controle en onder ideale omstandigheden haal ik er zo'n 180 meter mee. Toch een stuk efficiënter dan een hook of slice, die bij mijn drives nog op de loer liggen.

Het verdwijnen van mijn ijzer-5 blijft een raadsel – en het heeft lang pijn gedaan

7. Zo voorkom je dat je clubs verliest

Golf is al duur genoeg, dus je kunt maar beter zuinig zijn op je materiaal. Daarom ook een 'economische tip'. Spijtig genoeg heb ik dit jaar zowel mijn sandwedge als ijzer-5 ergens in de baan achtergelaten. Bij wedges is dat eenvoudig te voorkomen: leg ze altijd in de looplijn tussen je tas en de vlag.

Het verdwijnen van mijn ijzer-5 blijft een raadsel – en het heeft lang pijn gedaan. Het gat tussen mijn hybride-3 en ijzer-6 vulde ik uiteindelijk op met een tweedehands hybride-5, een Cobra Baffler met 25 graden loft. Een geluk bij een ongeluk, want deze behoort na twee rondes al tot mijn favoriete clubs. En onderstreept dus opnieuw mijn klik met de hybrides.

Roy op hole 9 van Oostlus Sybrook

8. Win slagen dankzij verstandige keuzes

Hoewel ik op de teebox dus de drang kan onderdrukken om naar de driver te grijpen, neem ik in de baan van nature juist te veel risico’s. Ik snijd graag een hoekje af en denk de bal wel even tussen of over de bomen door te slaan. TOK! Hè, net jammer...

Door schade en schande ben ik ook op dit vlak echter wel wat wijzer geworden. Met dank ook weer aan mijn golfpro, die me meerdere lesjes in slim course management leerde.

9. Luister vooral naar je golfpro

En dat brengt me op het volgende punt. Als fanatieke golfer is de verleiding groot om jezelf te verliezen in de eindeloze stroom aan instructievideo’s op sociale media. Maar daar schuilt ook een gevaar in. “Alles is waar, maar niet alles is waar voor jou”, zei Loed daar al eens over. En dat is waar. Je golfpro kent jouw swing - online goeroes niet.

en accepteer marketing cookies om deze video te kunnen bekijken.


Wat ter aanvulling ook kan helpen, is om je swing zo nu en dan eens te filmen. Bij de Action kun je bijvoorbeeld voor amper een tientje al een prima statief halen. Hang je telefoon erin en trainen maar.

Uit een paar gefilmde sessies kon ik zelf al haarscherp opmaken dat ik te ver van de bal stond of niet goed roteerde. Kun je er zelf geen chocola van maken en heb je ook geen golfpro? Dan kan een AI-tool als ChatGPT soms verrassend goed helpen, zo merkte ik dit jaar.

10. Geniet ervan!

Allemaal leuk en aardig, die kunstmatige intelligentie, voorlopig slaan we de bal nog zélf. Gelukkig maar. Knijp jezelf dan ook eens in je arm. Leef in het moment. Want wat een voorrecht is het om deze sport te kunnen beoefenen. Tussen het gemopper door probeer ik daar steeds vaker bewust bij stil te staan.

Dankzij golf heb ik bovendien een nieuwe tijdsbesteding met mijn vader en broertje (foto) én een gedeelde passie met mijn overbuurman Ton. De belangrijkste les is dan ook: golf is geweldig, geniet ervan.

Roy en Jesper golfen samen