Dagboek van een beginner

Roy leert preciezer putten en hoe je soepel de bunker uitkomt, maar loopt tóch 'een blauwtje': 'Terug naar de tekentafel'

Al het begin is moeilijk. Zeker bij golf. Roy Heethaar schrijft in de rubriek Dagboek van een beginner over zijn vorderingen en flaters als startende golfer. Hij leert een hoop bij in korte tijd, ook over zijn tekortkomingen. "Soms moet je weer even terug naar de basis om het grote geheel de baas te worden."

Van een kaarsrechte drive tot een chip-in en succesvolle putt van 10 meter. Als ik de highlights van al mijn rondes bij elkaar zou mogen voegen, dan zou ik mijn handicapdoel voor 2025 (onder de 40) allang verpletterd hebben. Maar zo werkt het niet in deze sport. Waar ik de ene dag worstel met mijn teeshots, is het een ronde later plots het korte spel dat me de das omdoet.

Zorgen dat al die verschillende onderdelen samenkomen, in een harmonieuze symfonie, dát is de kunst van golf. Qua moeilijkheidsgraad vooralsnog vergelijkbaar met een kaartenhuis opzetten bij windkracht 6.

Golf is als een onweerstaanbare vrouw, die zich moeilijk laat verleiden

Vijf slagen (!) kostte het me in een recente ronde om uit de bunker te komen, op de slothole van de Zuidlus op ‘t Sybrook. Weg mooie score. Een ronde later, op De Lage Mors in Delden, regende het zomaar ineens drieputts. Huh, ik dacht dat putten mijn sterkste onderdeel was?

Dat kan golf dus met je doen: het laat je op momenten aan alles twijfelen, maar tegelijkertijd altijd weer verlangen naar meer. Naar beter. Golf is als een onweerstaanbare vrouw, die zich moeilijk laat verleiden en je telkens confronteert met je eigen tekortkomingen (maar je blijft het toch proberen, ondanks al die opgelopen blauwtjes).

Golfles in de bunker

De conclusie is hoe dan ook helder. Een les in het korte spel, en dan vooral de bunker en het putten, is welkom. Op naar ’t Sybrook dus, voor een technische sessie met mijn gewaardeerde golfpro Loed (aan hem zal het nooit liggen).

Op de golfbaan tussen Oldenzaal en Enschede heb je een fraaie oefenhole waar je alle onderdelen van je korte spel kunt trainen. Ideaal voor deze les dus. We beginnen deze zonnige middag in de bunker. Loed wil eerst zien hoe ik me zonder zijn aanwijzingen uit het zand red. Dat valt niet mee. Ik kom er wel uit, “maar dit is niet hóé we het willen”, zegt de jonge golfpro, nadat ik met grof geweld zand en bal de bunker uit beuk. Wat meer souplesse is wenselijk.

Loed stapt de bunker in en doet het voor:

en accepteer marketing cookies om deze video te kunnen bekijken.


Mooi hè, dat gemak... Fluitje van een cent, zo lijkt het. Op Loeds verzoek praat ik mezelf door de pre-shotroutine heen, maar het is wel duidelijk na mijn dappere poging: ik moet simpelweg meer uren maken in deze oefenbunker.

en accepteer marketing cookies om deze video te kunnen bekijken.

Precies putten

Dan door naar het putten, iets wat de laatste tijd bij mij meer wegheeft van prutsen. Maar ook daar weet Loed vakkundig de aandachtspunten te benoemen, zodat ik hopelijk al die vervelende drieputts kan verbannen. “Het is zaak dat je een driehoek behoudt tussen je bovenbenen en je armen. Maak een rustige beweging; jij bent geneigd het veel te snel te doen”, vat hij het samen in dit leerzame fragment:

en accepteer marketing cookies om deze video te kunnen bekijken.


Minder armactie en meer vanuit de schouders dus. Het werkt meteen voor mij, want als Loed vervolgens drie ballen neerlegt op zo’n 5 meter van de hole, sla ik ze er stuk voor stuk dichtbij. De tweeputts zijn vervolgens een formaliteit. Kijk, als ik dit nou eens kan vasthouden, dan win ik al een hele hoop slagen elke ronde!

Swingende schilder

Een week later kan ik het meteen in de praktijk brengen. Ik ben wederom op ’t Sybrook, ditmaal voor 9 holes met Justin Verboom. Ik ontmoette hem een paar dagen eerder bij een klus voor een andere opdrachtgever: de SchildersVakkrant. De jonge schilder is nieuw in de sport, heeft pas net zijn baanpermissie te pakken, en we spreken af om een oefenronde te spelen. Ik wil in mijn strijd niet afgeleid worden door het wankele spel van een andere beginner (dat lesje heb ik eerder al geleerd), en hij moet zijn handicapregistratie bovendien nog behalen.

Het lijkt erop dat we hier met een natuurtalent te maken hebben

Geheel in stijl ben ik krap op tijd voor onze starttijd van 19.36 uur, maar we hebben nog heel even om wat ballen te slaan op de drivingrange. “Als je de hele dag met een roller en kwast in de weer bent, hoef je niet meer in te slaan hoor”, zegt Justin lachend. "Die beweging zit er wel in."

Op hole 1 verprutst hij desondanks wel zijn teeshot, net als ik, maar in het vervolg lijkt het erop dat we hier met een natuurtalent te maken hebben. Justin moet zijn eerste officiële ronde dus nog lopen, maar zijn swing oogt nu al soepeler dan die van mij.

en accepteer marketing cookies om deze video te kunnen bekijken.


Na een moeizame start en twee strepen op de kaart, krijg ik op het eind van deze oefenronde toch de smaak te pakken, met onder meer twee keurige parren. De bunker-/puttles werpt duidelijk zijn vruchten af, ik verspil minder slagen op dit vlak. Ook kom ik gedurende deze ronde zelf tot de ontdekking dat ik geneigd ben te dicht op de bal te gaan staan bij het afslaan, met als gevolg dat ik veel hooks produceer en/of ballen top. Een stapje naar achteren en ik sla ineens een aantal wereldballen van de tee.

Het maakt voor mij het verschil tussen een par/bogey óf beginnen met één of meerdere strafslagen en potentieel een streep op de kaart. Dat stapje naar achteren is er dus een in de goede richting. Toch blijf ik me erover verbazen: hoe kan het dat vrijwel al mijn tweede slagen wél raak zijn, ongeacht ligging in de rough of op de fairway, maar veel van mijn afslagen uitmonden in getopte ballen, hooks en wat dies meer zij?

Roy slaat af op Sybrook

Als ik het zelf zou moeten analyseren, dan is alles terug te voeren naar vertrouwen en het creëren van een repeatable golfswing – een herhaalbare golfswing. Het inslijpen van automatismen, iets waar ik op kan bouwen en terugvallen. En dan met name bij de full swing; pitchen gaat doorgaans prima.

En dat brengt me weer terug bij het begin. Loed heeft me in de lente al geholpen bij mijn backswing, net als bij mijn grip en onlangs dus ook het korte spel, maar soms moet je weer even terug naar de basis om het grote geheel de baas te worden. Terug naar wat ik toen geleerd heb dus - en inslijten. Terug naar de tekentafel, opdat die harmonieuze symfonie zal klinken. Dit jaar nog.