Dagboek van een beginner

Roy corrigeert zijn grip en plots valt alles samen: 'Het clubblad is de CEO van je golfswing'

Al het begin is moeilijk. Zeker bij golf. Roy Heethaar schrijft in de rubriek Dagboek van een beginner over zijn vorderingen en flaters als startende golfer. Een oud euvel steekt pardoes de kop op. Maar na een paar fundamentele aanpassingen tijdens een leerzame les, lijkt hij weer op de goede weg. Nu die ene goede score nog.

Knallende kurken, champagne en confetti. Eigenlijk was ik ervan uitgegaan dat deze aflevering de feesteditie van mijn dagboek zou worden. Maar helaas, na twee magere rondes is mijn handicapdoel nog steeds niet bereikt. De teller staat op 40,7 (slechts twee tienden gezakt).

Toch ben ik optimistisch, want na een leerzame les op de drivingrange, lijkt veel op z’n plek te vallen. Maar daarover straks meer, eerst even terug naar wat er níét goed ging de afgelopen weken.

Roy golft met zijn vader

Na een paar regenachtige dagen ga ik de baan in met mijn vader, Jos. “Dit moet ‘m worden, de ronde die me dan eindelijk onder de 40 brengt”, zeg ik op voorhand tegen hem. Ik verschijn vol zelfvertrouwen op de eerste tee van PW in Enschede (een par-3-baan, afgewisseld met een enkele par 4). Maar de omstandigheden zijn allesbehalve optimaal. Het gras is lang, de ondergrond drassig.

Slechtste ronde in tijden

Ik kan er verder heel kort over zijn: op een geweldige herstelslag op hole 1 en een fabelachtig teeshot op hole 9 na, met een par tot gevolg, is dit veruit mijn slechtste ronde van het afgelopen halfjaar. Een flinke streep door de rekening dus.

Het afschuwelijke toppen van de bal. Als je het mij vraagt de koning aller golfkwalen

Het zou te makkelijk zijn om de slechte baanomstandigheden hiervan de schuld te geven, er is duidelijk iets anders aan de hand. En ik weet wel wat. Tijdens mijn ijzerfitting bij Twente Golf, begin september, kwam aan het licht dat ik te steil op de bal inkwam en dat mijn zwaaibaan over the top was. Daar heb ik aan gewerkt door mijn swing vlakker te maken.

Dat ging een tijd heel goed, maar nu ben ik kennelijk doorgeschoten. Mijn swing is op dit moment zó vlak, dat een oud euvel de kop opsteekt: het afschuwelijke toppen van de bal. Als je het mij vraagt de koning aller golfkwalen.

Herkansing

Met die wetenschap in mijn achterhoofd probeer ik een ronde later mijn gram te halen. Gaat het nu wel lukken, aan de zijde van mijn nieuwe golfmaat, buurman Ton?

Het miezert, maar de uitdagende baan van Driene in Hengelo (Overijssel) ligt er aanmerkelijk beter bij. Op hole 1 zakt de moed me echter meteen al in de schoenen. Een schampschot waarbij de bal slechts enkele meters verder stuitert. “Dit kan niet waar zijn”, zeg ik tegen Ton.

Ton inspecteert de hole

Ik herstel me weliswaar met een soevereine slag uit het hoge gras met mijn geliefde hybride-3, maar op hole 2 gaat het weer mis. Ditmaal in de bunker. Pas na de vierde poging ben ik eruit, omdat ik doorheb dat een chip beter werkt vanuit het harde zand. Streep op de kaart, maar weer wat geleerd. En zo word ik door schade en schande steeds wat wijzer als golfer, laten we het daar maar op houden.

Bonje in de baan

Ton heeft het op zijn heupen en maakt indruk met zijn kaarsrechte drives. Al zorgt dat bijna voor bonje in de baan.
Op hole 5 zien we in de verte een golfpro instructies geven aan zijn leerling. We wachten geduldig, maar het duurt wel erg lang. Ton fluit op zijn vingers; de pro kijkt op en zwaait. We kunnen. Ton slaat - zijn bal vliegt als een raket 240 meter verder en landt pal naast de golfpro.

'Dit was niet veilig!', briest hij. Ton kijkt verbaasd. 'Maar je zwaaide toch?'

Als we ze vervolgens inhalen, ontsteekt de beste man in woede. “Dit was niet veilig!”, briest hij. Ton kijkt verbaasd. “Maar je zwaaide toch? Het teken dat ik kon afslaan!”
De golfpro: “Ik weet toch niet welke club jij gebruikt en hoever jij slaat? Als jij slaat, ben jij verantwoordelijk voor de veiligheid van anderen.”

Ton haalt zijn schouders op. De leerling grijnst en zegt droog: “Het was hoe dan ook een wereldbal!”

Clubhuis Driene

We lachen en lopen door, maar zijn er wel even uit. We missen zelfs de afslag naar hole 6 en staan plots voor het clubhuis. Een man op de oefengreen wijst ons vriendelijk de weg: “Voor de green afbuigen naar rechts.” Ziedaar een klein minpuntje bij Driene: prachtige baan, maar de wegbewijzering mag beter. Je waant je nog net niet in een doolhof.

Als we de juiste afslag eindelijk gevonden hebben, zegt Ton: “Weet je Roy, als je écht aan je handicap wilt werken, kun je beter even op één baan blijven spelen.”

Ik knik. Ik houd ervan telkens nieuwe banen te ontdekken. Dat om elk hoekje weer een onbekende uitdaging wacht, vind ik een van de schoonheden van golf. Tegelijkertijd kost het energie en slagen als je de baan niet kent en telkens opnieuw moet ontdekken waar de valkuilen liggen.

Hoogtepunt

Afijn. Als we hole 6 eindelijk hebben gevonden, volgt het absolute hoogtepunt van onze ronde. Ton slaat de bal op de green op de par 3 van 144 meter en dan pak ik mijn ijzer-6 uit de tas. “Ik wilde eigenlijk met mijn driver aan de slag gaan de komende les”, zeg ik. “Maar het lijkt me verstandiger als ik opnieuw aan mijn ijzerspel ga schaven. Dat toppen moet echt weer uit mijn systeem.”

Vervolgens sla ik een van de beste teeshots van de afgelopen maanden. Midden op de green, nog dichter bij de vlag dan Ton. “Wat zit je nou te zeiken dan!?”, zegt Ton, bulderend van het lachen. “Dit gevoel maakt alles goed”, erken ik.

Roy slaat bal midden op de green

Toch laat ik me geen zand in de ogen strooien door die ene wereldbal. Er moet fundamenteel iets veranderen aan mijn swing om die grens van 40 te doorbreken. “Het is zo maf”, zeg ik tegen Loed als ik me meld op de drivingrange van ’t Sybrook. “Wekenlang waren mijn afslagen goed, maar verprutste ik het met het korte spel. En nu ging het pitchen en chippen juist geweldig, maar top ik ineens weer veel ballen van de tee.”

Loed lacht: “Nu weet je waarom het ‘golfen’ heet.”

Hij neemt zijn taak uiterst serieus en inspecteert mijn swing nauwlettend, terwijl ik zeker vijf minuten onafgebroken ballen wegsla met mijn ijzer-9. “Ik heb het gevoel dat ik me te veel focus op het naar achteren slepen van de club”, zeg ik na een paar missers. “Daardoor ga ik swayen, terwijl ik moet roteren.”

Mijn grip deugt niet

Loed knikt. “Zit wat in.” Maar het is iets anders waar volgens hem het ware ‘kwaad’ schuilt. Mijn grip. In het voorjaar hebben we daar al veel aan gewerkt, maar mijn grip is onderhand toch weer te zwak geworden, constateert de jonge golfpro. Hier legt hij haarfijn uit waar ik me op moet richten:

en accepteer marketing cookies om deze video te kunnen bekijken.


En dan valt het kwartje. Alles is verbonden met de grip. “Het clubblad is de CEO van je golfswing”, aldus Loed. (Tegeltje!) “Jouw clubblad staat open doordat je grip te zwak is. Daardoor ga je compenseren, kom je van buiten naar binnen – over the top dus – en mis je vaak het goede contact. En wat het toppen betreft: je moet niet vergeten neerwaarts te slaan, heel belangrijk!”

Ik merk ineens hoe alles draait om tegengestelde krachten in golf

Het voelt weer wat onwennig, mijn gecorrigeerde grip. Maar verrek, het werkt. Meteen. Ik merk ineens hoe alles draait om tegengestelde krachten in golf. Doordat mijn grip sterker is, kan ik beter van binnen naar buiten slaan, zonder dat de bal naar links afzwaait. Hallo, draw! En zo werk ik omhoog van de ijzer-9 naar de hybride-3. Ik ‘pluk’ de ballen één voor één van de mat af. Een heerlijk gevoel.

en accepteer marketing cookies om deze video te kunnen bekijken.


Wat er nu is veranderd? Ik sta minder breed, ‘schouder tot schouder’, en een stuk dichter op de bal. Daardoor kan ik beter neerwaarts slaan in plaats van zijwaarts. Maar het belangrijkste volgens Loed is dus mijn ‘versterkte’ grip, waardoor mijn clubblad meer sluit en ik beter van binnen naar buiten kan swingen.

Eerste keer 18 holes

Dit geeft de burger moed. Komende vrijdagochtend voor het eerst 18 holes. Op bekend terrein, ’t Sybrook. Met een verbeterde grip. Gaat het dan eindelijk lukken, met dank aan mijn twee raadgevers? De champagne staat al koud – nu die ene goede score nog.