Nieuws

'Mijn bal ligt op een pad. Wat nu?'

In de rubriek 'Stel je regelvraag' geven we antwoord op vragen over de golfregels. In deze aflevering vertellen we onder meer wat de regels zeggen als je bal op een pad ligt.

Pieter: "Is er een handige vuistregel voor één clublengte of juist twee clublengtes 'relief'?"

Een vuistregel die je kunt hanteren is:

  • één stoklengte: als je een belemmering zoals GUR (vast obstakel, konijnenhol, tijdelijk water, etc.) (regel 16) zonder straf mag ontwijken;
  • twee stoklengten als je bij het ontwijken een strafslag oploopt, zoals bij een hindernis (regel 17.1c) of onspeelbare bal (regel 19.2c).

Cees: "Mijn bal ligt op een pad. Uit de local rules blijkt dat je de paden op deze baan zonder straf mag ontwijken. Wat nu? Moet ik binnen één clublengte droppen, niet dichter bij de hole? Of moet ik plaatsen?"

Als je een pad (abnormale baanomstandigheid) wilt ontwijken, dan moet je volgens regel 16.1b eerst het dichtstbijzijnde punt zonder enige belemmering bepalen. Dat punt is niet dichter bij de hole, waar je met je stand en swing geen last meer hebt van het pad. Vanaf dat punt heb je een dropzone van een clublengte waarin je de bal moet droppen.

Op veel golfbanen mag je een pad zonder strafslagen ontwijken, maar dit is niet altijd het geval. De plaatselijke regels van de golfbaan waar je speelt, geven uitsluitsel. Kom je er niet uit, vraag het dan aan iemand van de receptie of regelcommissie.

Lees ook het antwoord op de vraag hieronder.

Clara: "Een bal komt op het (buggy)pad richting de green terecht. Waar te droppen? De bal ligt aan de linkerkant van het pad, aan deze zijde bevindt zich 30 meter verderop de green. Is dat het nearest point? Waar de bal ligt, loopt de fairway flink steil naar beneden, waardoor het moeilijk droppen is."

De vraag geeft onvoldoende informatie om een uitspraak over deze specifieke situatie te doen. Het vaststellen van het 'nearest point of relief' is iets dat vaak fout gaat. Spelers hebben de neiging om het meest gunstige (‘nicest point’) te kiezen. Er is doorgaans echter geen keuze. Het dichtbijzijnde punt zonder belemmering (‘nearest point of relief’) is het punt:

  • dat het dichtst bij de oorspronkelijke plek van de bal maar niet dichter bij de hole is;
  • waar de belemmering (van het pad) volledig wordt ontweken (voor stand, swing en ligging van de bal); 
  • dat in het vereiste gebied van de baan is (hier waarschijnlijk het algemeen gebied).

Het maakt niet uit of dit punt op een helling, midden in struiken of zelfs midden in een boom is! De dropzone om het pad te ontwijken kan dus erg ongunstig zijn, maar dat is geen reden om aan de andere zijde van het pad te mogen droppen. Het dichtstbijzijnde punt is altijd ongeacht eventuele belemmeringen anders dan de belemmering die wordt ontweken.

Onderstaande afbeelding toont een situatie waar P1 het dichtstbijzijnde punt zonder belemmering is (voor een rechtshandige speler); de bal moet worden gedropt in de dropzone die begroeid is met struiken. P2 is verder weg en de speler mag dus niet aan die zijde van het pad droppen.

Het is verstandig om altijd eerst te kijken waar je de bal moet droppen, voordat je de ontwijkprocedure begint. In deze situatie (waar de dropzone door struiken ongunstig is) kan het wellicht beter zijn om het pad niet te ontwijken en vanaf het pad te spelen.

bal op pad golfregels

Ram: "In een wedstrijd speelde ik mijn bal richting het water, met hoog gras ervoor. Na lang zoeken vond ik mijn bal niet, dus ik zei dat mijn bal in het water kon liggen. Mijn tegenstander zei dat hij niet gezien had dat de bal in het water was geraakt. Hij zei dat het een verloren bal was, waardoor ik weer terug moest naar de teeMoet je als je de bal richting water slaat al bij voorbaat roepen 'hij gaat in het water'? Om discussie te voorkomen en zodat je na het zoeken gewoon verder kunt spelen?"

Het roepen dat een bal het water in gaat, heeft geen betekenis voor de regels; het gaat erom waar de bal werkelijk tot stilstand komt. Het gaat er hier dus om of het bekend of praktisch zeker is dat de bal in de hindernis ligt. Als de bal niet wordt gevonden en ook buiten de hindernis (in hoog gras) verloren kan zijn, mag je niet aannemen dat hij in de hindernis ligt en is de enige optie om opnieuw een bal te spelen van de plaats waar de vorige slag is gedaan (Verloren bal, regel 18.2).

In deze aflevering zijn de vragen beantwoord door Walter Haandrikman (voorzitter van de Regel- en Handicapcommissie van de NGF) en Robert Hage (NGF Regels en Handicap). Er komen veel regelvragen binnen. Vragen die nu niet beantwoord zijn, behandelen we in een van de volgende afleveringen van deze rubriek. 

Heb je ook een regelvraag?

GOLF.NL beantwoordt jouw regelvragen. Heb je een vraag? Stuur een mail naar redactie@golf.nl of een bericht via social media (Twitter, Facebook, Instagram). Stuur als het kan ook een foto mee van de regelsituatie!

Lees ook de vorige aflevering: 'Waar moet ik staan als een ander slaat?'

Lees meer over
Golfregels