Beeld: AI
Leo: "Ik sla mijn afslag op een par 3 recht over de green in een rode waterhindernis. Hoe moet ik dan ontwijken? Als ik in de baan van de bal de bal wil droppen, kom ik dichter bij de hole wat niet is toegestaan. Als ik naar de zijkant drop, zodat ik niet dichter bij de hole kom, wijk ik af van de baan van de bal. Een rode hindernis mag je zijwaarts ontwijken maar zal in dit geval altijd een betere speellijn opleveren. Wat is de oplossing?"
Bij het ontwijken van een rode hindernis heb je drie opties, alle met bijtelling van één strafslag (Regel 17.1):
Bij toepassing van optie 2 of 3 is alleen het referentiepunt, dat is de plek waar de bal het laatst de grens met de hindernis heeft gekruist, van belang. De baan van de bal, en of de speellijn verbetert, is niet relevant. Als een green is omgeven met water is het soms niet mogelijk om optie 2 of 3 te gebruiken, omdat je in beide gevallen niet dichter bij de hole mag droppen dan het referentiepunt. Voor dergelijke gevallen is vaak een droppingzone ingesteld, die je dan als vierde optie voor het ontwijken van de hindernis mag gebruiken. Als dat het geval is, dan moet dat in de Plaatselijke Regels staan.
Gerrit: "Je mag een tee gebruiken als marker. Maar mag je de tee ook op de green leggen achter de bal? Of moet die in de grond gestoken worden? Zijn er aanvullende voorschriften: mag je met de tee richten? En maakt de lengte van de tee uit?"
Je mag inderdaad een tee gebruiken als balmarker (zie definitie van balmarker). De voorwaarden waaraan een tee moet voldoen, staan in de Regels voor uitrusting. Zo mag een tee bijvoorbeeld niet langer zijn dan 101,6 mm. In Regel 14.1a staat dat een balmarker direct achter of direct naast de bal moet worden geplaatst. Nergens staat dat als je een tee als balmarker gebruikt deze in de grond moet steken, maar het mag wel.
Volgens Regel 4.3a(1) is het verboden om een hulpmiddel te gebruiken om een bal op te lijnen. Welke balmarkers of andere hulpmiddelen dan precies verboden zijn is weer uitgewerkt in de Regels voor uitrusting. Hieruit blijkt dat het niet verboden is om de bal te markeren door een tee neer te leggen in de richting van de speellijn. Maar de tee moet wel worden weggenomen voordat je de bal speelt, want anders ben je in overtreding van Regel 14.1a en moet je een strafslag bijtellen.
Lilian: "Een medespeler drukt vóór de bal (altijd en overal) drie of vier keer de grond aan voordat hij adresseert. Hij zegt dat het bij zijn 'ritueeltje' hoort en om te voelen hoe dik het gras is. Volgens hem is dat toegestaan omdat hij dat heel zachtjes doet. Klopt dit? In mijn ogen kan een buitenstaander niet beoordelen hoe hard of zacht dat gebeurt en waar moet je dan de grens trekken?
Een andere medespeler drukt op de green de de randen van de hole de plat voordat hij gaat holen. Hierdoor rolt de bal natuurlijk makkelijker in de hole. Volgens hem is dat toegestaan omdat je op de green overal de grond mag aandrukken. Is dit werkelijk toegestaan?"
Volgens Regel 8.1a mag je geen handelingen verrichten die de 'omstandigheden die de slag beïnvloeden' verbetert. Volgens de definitie ervan zijn die omstandigheden onder andere de ligging van de stilliggende bal, de ruimte voor de voorgenomen stand of swing of de speellijn. Volgens Regel 8.1b(4) mag je de club wel voor of achter de bal licht op de grond laten rusten (ook wel grounden genoemd), zelfs als dat de omstandigheden die de slag beïnvloeden verbetert. 'Licht op de grond laten rusten' betekent dat het gewicht van de club mag worden gedragen door het gras, de bodem, het zand of ander materiaal op of boven het grondoppervlak. De club op de grond drukken of gras neerdrukken valt dus niet onder deze uitzondering.
De vraag is dan of de speler de omstandigheden die de slag beïnvloeden verbetert als hij de grond aandrukt. Met het op de grond drukken van de club vóór de bal kan je immers de speellijn verbeteren als je een bal over de grond gaat spelen. Het op de grond drukken van de club vóór of áchter de bal zal in veel gevallen de ligging van de bal of de ruimte van je voorgenomen swing verbeteren. Daarmee ben je dan in overtreding van Regel 8.1 en krijg je de algemene straf (twee strafslagen bij strokeplay en verlies van de hole bij matchplay). Je medespeler zal zijn ritueel moeten aanpassen om te voorkomen dat hij straf oploopt en elke discussie hierover te voorkomen.
Ook op de green mag je de grond niet aandrukken. Op de green mag je uitsluitend beschadigingen herstellen, zoals pitchmarks en spike-marks (Regel 13.1c). Het aandrukken van de rand van de hole is (dus) alleen toegestaan als dat noodzakelijk is om een beschadiging van de hole, door bijvoorbeeld een pitchmark, te repareren. Natuurlijke slijtage van een hole en natuurlijke oneffenheden van de green worden niet gezien als schade, dus die mag je niet aandrukken. Doe je dat wel, dan krijg je de algemene straf voor overtreding van Regel 8.1a.
Paul: "Twee spelers slaan hun ballen af en deze liggen vlak bij elkaar op de fairway. Ze zijn niet gemerkt, zijn identiek en het is niet mogelijk om te weten welke bal van welke speler is. Hoe nu verder?"
Regel 7.2 geeft aan dat de bal van de speler geïdentificeerd kan worden door het merk, type en nummer van de bal, maar niet als er als er twee identieke ballen in hetzelfde gebied worden gevonden. Als niet op een andere manier kan worden vastgesteld welke bal van wie is, zoals door een persoonlijk merkteken op de bal, zijn beide ballen verloren en moeten beide spelers met de straf van slag en afstand opnieuw een bal spelen vanwaar de vorige slag werd gedaan (Regel 14.6).
In deze aflevering zijn de vragen beantwoord door Walter Haandrikman (voorzitter van de Regel- en Handicapcommissie van de NGF) en Trudy Jonkman (Regel- en Handicapcommissie van de NGF).
Heb je ook een regelvraag? |
GOLF.NL beantwoordt jouw regelvragen. Heb je een vraag? Stuur een mail naar regelvraag@golf.nl of een bericht via social media (Facebook en Instagram). Stuur als het kan ook een foto mee van de regelsituatie! |