Dagboek van een beginner

Roy hakt knoop door tijdens z'n vakantie en wordt meteen beloond: 'Beste aankoop ooit'

Al het begin is moeilijk. Zeker bij golf. Roy Heethaar schrijft in de rubriek Dagboek van een beginner over zijn vorderingen en flaters als startende golfer. Hij tast diep in de buidel om zijn handicapdoel te behalen. "Alsof je direct na het behalen van je rijbewijs al een Porsche onder je kont hebt."

Wanneer mensen vragen wat voor werk ik doe, afficheer ik me de laatste tijd graag als ‘de slechtste golfprofessional van Nederland’. Ik krijg immers betaald voor (het schrijven over) mijn golfuitspattingen, maar mijn handicap strookt vooralsnog niet met die van de tourspelers. Ach, je kunt niet alles hebben in het leven…

Kijk, je kunt je clubs er gratis laten fitten. En ook je putter!

Het onderhouden van mijn golfspel – en dit dagboek – voelt voor mij hoe dan ook zelden als werk. En ook tijdens mijn vakantie, heb ik allerminst stilgezeten de afgelopen drie weken. Ik heb zelfs verhelderende inzichten opgedaan.

Gammele putter

Na twee wisselvallige rondes, eerst op ’t Sybrook en een dag later op De Lage Mors, is het voor mij zo klaar als een klontje. Wil ik mijn handicapdoel voor 2025 (onder de 40 duiken) behalen, dan moet ik afscheid nemen van mijn gammele putter. Op dit cruciale onderdeel verlies ik de laatste tijd veruit de meeste slagen en mijn golfpro Loed heeft er al meermaals op gehamerd: “Je bent wel toe aan wat beter materiaal. Begin eerst eens met een andere putter.”

Die boodschap spookt meermaals door mijn hoofd op mijn vakantieadres: ’t Mölke in Zuna, een prachtige camping aan de Regge. En laat daar nou nét een waar golfwalhalla om de hoek zijn: Twente Golf, op nog geen tien minuten rijden. “Kijk, je kunt je clubs er gratis laten fitten. En ook je putter!”, zeg ik triomfantelijk, terwijl mijn dochters zijn uitgewaaid naar de speeltuin en ik de website laat zien aan mijn vriendin. Ze haalt haar schouders op, lichtelijk vermoeid door mijn vermeende golfobsessie. “Zaterdag wordt het wat minder weer, dan ga ik er even langs.”

Twente Golf

Zo gezegd, zo gedaan. In het grote pand op een industrieterrein in Nijverdal word ik die zaterdag vriendelijk onthaald door de 20-jarige Frank, clubfitter van Twente Golf. Hij wil eerst zien hoe ik het ervan afbreng met mijn eigen meegebrachte putter. Ik sla drie ballen en er vallen hem meteen twee dingen op. 1: ik sta niet comfortabel boven de bal. En 2: een hol tikkend geluid bij impact, alsof het plaatje op het clubhoofd loszit.

Putters op een rij

“Punt 1 kunnen we denk ik al voor een groot deel tackelen met een inch erbij. 35 inch in plaats van 34.” Vervolgens komt Frank met een aantal uiteenlopende putters in dit formaat op de proppen. Putter 1 (links op de foto): Oddysey 7 – face balanced (insert) met oversized grip. Putter 2 (tweede van links): Ping Scottsdale Oslo 3 - toe hang. Putter 3 (rechts op de foto naast mijn oude putter): Wilson Infinate Windy City met oversized grip.

Putter 4 (niet op deze foto) is de Ping Anser 2023 – toe hang - milled (gefreesd uit één massief blok in tegenstelling tot insert). “Ik wil dat je een aantal lange en een aantal korte putts maakt en dat je deze clubs daarbij afwisselt.”

Ping Anser

Eerst test ik de Ping Anser en heb hier direct een goed gevoel bij. Vooral de afstandscontrole is een stuk beter, iets waar ik voorheen de meeste moeite mee had. Met de Oddysey-putter kom ik niet lekker uit en deze valt meteen af. “Dat komt door het lichte boogje in je stroke”, legt Frank uit. “Deze putter is face balanced, en dat past meer bij golfers met een rechte stroke.”

Bij de Ping Scottsdale Oslo 3 is mijn raakpunt eerst een paar keer op de hiel, totdat Frank me bijstuurt. “Nu gaat het beter hè? Maar toch sta je er niet helemaal lekker boven”, constateert hij. Dan de Wilson-putter. “Die dikke grip vind ik maar niks”, roep ik direct, en mijn stroke vertaalt mijn gevoel: ik raak de grond.

Het is mij wel duidelijk. Met deze putter oog je veruit het meest in balans

Tussendoor reikt Frank me nog een aantal putters aan, ter vergelijking, maar ik ben eigenlijk al verkocht. Nogmaals neem ik de Ping Anser in de hand en onder toeziend oog van de clubfitter maak ik nog een reeks lange putts.

De eerste valt meteen binnen. “Het is mij wel duidelijk. Met deze putter oog je veruit het meest in balans, mede door de combinatie tussen de toe hang en het boogje in je stroke”, zegt Frank. De cijfers die uit het Trackman-systeem rollen, onderbouwen wat hij ziet. Ik knik. “Het voelt gestroomlijnd, ik ben helemaal in sync met deze putter. Ik heb het gevoel dat ik veel minder zelf hoef te werken, het gaat meer vanzelf.”

Roy putt met behulp van Trackman


Wat ik dan nog niet weet, is dat deze club de absolute instant-klassieker onder de putters is. Maar dat zal dus wel niet voor niets zijn!

Volledige clubfitting

“En dan de hamvraag: wat kost-ie?” Frank snelt naar achteren om de actuele marktwaarde op te zoeken en tussendoor raak ik in gesprek met een andere clubfitter, Rowan. “Kom ook gerust eens langs met je andere materiaal voor een volledige clubfitting. Voor een paar tientjes kunnen we hier bijvoorbeeld al je ijzers verlengen”, klinkt het vriendelijk. Na een paar minuten komt Frank weer aangelopen. “Voor 275 euro is-ie van jou", zo luidt het verdict. "Maar dan heb je echt een topputter, waar je heel wat jaren mee vooruit kunt.”

“Ik ga in beraad en jullie horen spoedig van mij”, antwoord ik, om mezelf even wat bedenktijd te gunnen. “Hoe dan ook tot snel, want ik kom zeker terug voor die volledige clubfitting!”

Papa is net 40 geworden hè, ik mag mezelf wel trakteren op een mooi cadeau

Ik ben amper terug op de camping, of ik maak al rechtsomkeer. Met mijn dochter van 5 achter in de auto ditmaal. Het voelt wat potsierlijk voor de beginner die ik nog ben - alsof je direct na het behalen van je rijbewijs al een Porsche onder de kont hebt - maar ik ga toch voor de bijl. “Papa is net 40 geworden hè, ik mag mezelf wel trakteren op een mooi cadeau”, leg ik haar uit.

Roy oefent met nieuwe putter

9 holes vanaf geel

Bovendien moet alles wijken voor dat ene doel. Gaat mijn nieuwe toverstaf me helpen aan die vurig gewenste handicapverlaging? Dat ga ik ondervinden op de voorlaatste dag van mijn vakantie, in een ronde van 9 holes op ’t Sybrook. Ik besluit vanaf geel te spelen, omdat ik hierdoor wat meer slagen meekrijg en het niet zozeer aan mijn afstanden ligt, maar meer aan de precisie.

De volgende flight van vier staat al klaar bij hole 1 van de Zuidlus als ik stipt op tijd mijn driver uit de tas tover voor de eerste afslag. Ik voel de blikken in mijn rug en dat doet mijn swing geen goed. Een ouderwets getopte bal, al stuitert hij nog een mooi eind weg. “Op de fairway, niks mis mee!”, klinkt het even sarcastisch als bemoedigend. “Succes verder hè!”

Sterkere grip tegen de slice

Ik moet er altijd even inkomen en dat geldt ook vandaag. Na wat gestrompel noteer ik een 7 op deze par 4. Maar vanaf hole 2 begint het te draaien met de driver en op één out of bounds na, sla ik deze ronde louter strakke pijlen van de tee. Dat is ook weleens anders geweest. Ik merk vooral dat ik baat heb bij een iets sterkere grip bij de driver, op aanraden van mijn golfpro. Dit werkt voor mij perfect tegen de slice.

Roy slaat af vanaf geel met driver

Wat minder goed werkt deze ronde, is het pitchen. Zeker drie slagen tussen de 30 en 50 meter verpruts ik deze ronde doordat ik eerst de grond raak. De golfgoden zijn wederom onverbiddelijk. Hoewel dit een onderdeel is dat me normaliter vrij goed ligt, wordt veronachtzaming keer op keer keihard afgestraft.

Stop je ergens meer liefde in? Dan krijg je het ook terug (doorgaans). Zo werkt het ook mijn putter. De Ping Anser doet wat ik van hem verwacht en is nu al mijn beste aankoop ooit op golfgebied. Lange afstand op de green tot de hole? In twee keer erin. Korte putts van 30 centimeter tot een meter? Gaan er nu allemaal in. Op één na, op hole 8 (par 5), waar alles zo’n beetje misgaat wat er mis kan gaan.

Acht putts minder

Als ik alles bij elkaar optel kom ik tot 18 slagen met mijn putter, inclusief een paar vanaf de fringe en voorgreen. Twee gemiddeld dus. Dat zijn in totaal maar liefst 8(!) slagen minder dan onlangs op De Lage Mors. Wat een verademing. En als ik mijn scorekaart invoer, weet ik al genoeg: ik ga sowieso zakken. De 40 komt in zicht, want er gaat een vol punt af na mijn ronde van 26 Stableford-punten.

De teller staat nu op 44,3, nog 4,4 te gaan. Het gaat de goede kant op, maar nog wat vaker de speeltuin in achter ons huis kan geen kwaad. Kinderen op de schommel, papa met zijn p’tje, pitchen van doel tot doel. Ik zal ze krijgen, die golfgoden.

en accepteer marketing cookies om deze video te kunnen bekijken.