Als schaatsster grossierde Lotte van Beek (33) tussen 2008 en 2018 in medailles. Ze beleefde tal van hoogtepunten, zoals het olympisch goud in Sotsji (2014) op de ploegachtervolging en individueel brons op de 1.500 meter. Vier jaar later voegde ze daar nog een olympische plak (zilver op de ploegachtervolging) aan toe en werd ze ook de allereerste Europees kampioen op de 1.500 meter.
Na de NK Sprint in 2022 zwaaide ze af. Het fanatisme als topsporter bleef evenwel onaangetast, ook toen ze golf ontdekte. “Ik had niet het idee dat ik het zomaar wel even zou kunnen, maar wel direct de wil om het beter te doen. En dan denk je na over hoe je dat gaat bereiken. Die zoektocht in je hoofd staat altijd aan.”
Soms zeg je tegen jezelf: ga maar even terug naar de tekentafel
De andere kant van de medaille is dat topsporters snel gefrustreerd kunnen raken, wanneer ze niet snel iets voor elkaar krijgen. Zo ver wil de geboren Zwollenaar niet gaan, maar ze is niet anders dan alle golfers: soms gaat het goed en soms gaat het minder goed.
“Er zijn van die dagen waarop het allemaal vanzelf gaat, hè? Dat de puttjes vallen zonder dat je hoeft na te denken. En je hebt dagen waarop je je afvraagt wat je eigenlijk aan het doen bent. Dat je tegen jezelf zegt: ga maar even terug naar de tekentafel.”
Ze moet zelf een beetje lachen om haar laatste opmerking. “Dat is ook wel wat golf zo leuk maakt.” In beide gevallen dringt de zin om weer naar de golfbaan te gaan zich aan haar op. “Je gaat weer omdat het de vorige keer zo goed ging of je gaat weer omdat je het drama uit de vorige ronde wil uitwissen. Zo blijf je natuurlijk altijd gemotiveerd.”
In schaatsen ging ze helemaal op, maar golf was in haar leven nooit ver weg. “Mijn ouders golften zelfs al toen ik nog heel jong was. Eerlijk gezegd had ik ook altijd een vooroordeel over golf. Ja, dat het iets voor oude mensen was, hè. Op vakantie in Frankrijk mocht ik als kind de buggy rijden als mijn ouders een rondje gingen golfen. Maar veel verder ging het toen nog niet."
"Tijdens mijn schaatscarrière hebben mijn zus, mijn broer, mijn nichtjes en mijn neef allemaal hun golfvaardigheidsbewijs gehaald. Toen ben ik weleens mee de baan in geweest, zeg maar illegaal, maar mijn tijd ging natuurlijk op aan het schaatsen. Toen ik was gestopt, zeiden mijn familieleden één voor één: ‘Als jij nu ook je GVB gaat halen, kunnen we een familiegolfdag organiseren’."
Sven Kramer vond het een te frustrerend spelletje
Tegen die opgevoerde druk was ze niet bestand. Tijdens een rondje, waarin ze met een van haar schoonzus geleende set speelde, sloeg het vonkje over. “Ik vond het wel heel gezellig. Daarna ging het heel snel. Op die vooroordelen moest ik terugkomen. Wat me direct aansprak en wat ik bij het schaatsen of fietsen nooit had ervaren, is dat ook wanneer het niveauverschil groot is, je heel leuk met en tegen elkaar kunt spelen. Mijn zwager was een single handicapper, maar we konden wel direct samen de baan in en elkaar uitdagen. Dat is voor mij echt de meerwaarde van een sport als golf.”
Van Beek is zeker niet de enige topsporter die niet alleen de ijzers onderbindt, maar ook met de ijzers ‘swingt’. Marianne Timmer steekt haar passie voor golf niet onder stoelen of banken en Gianni Romme is ook al lange tijd een liefhebber pur sang. Grootheden van een andere generatie dan Van Beek, die nog wel Timmer als schaatscoach meemaakte. “Sven Kramer heeft ook een paar keer gegolft toen hij met schaatsen was gestopt, maar hij vond het een te frustrerend spelletje. Ik weet dat er nu een groepje jonge sprinters is dat af en toe golft. Je merkt sowieso wel dat er echt een verjonging van de golfsport plaatsvindt.”
Hoewel de twee sporten op het oog weinig met elkaar gemeen hebben, ziet Van Beek toch zeker parallellen. “Bij het inzetten van de schaatsbeweging komt het aan op timing. In golf heb je dat ook, misschien nog wel iets sterker. Voor mij is dat wel wat complexer, maar dat komt misschien ook omdat ik het schaatsen van jongs af aan heb gedaan. Daar heb ik nooit bij hoeven na te denken. Bij golf denk ik alléén maar na.”
Maar de verschillen zijn ook overduidelijk. “Schaatsen was voor mij een wedstrijd. Je deed de warming-up en dan was het twee minuten all-out en vol knallen. Bij golf moet je de concentratie aan- en uitzetten. Je kunt niet 18 holes lang gefocust blijven en je mag je eigen startschot geven. Dat is voor mij echt een enorm contrast.”
“Toen het schaatsen voorbij was, heb ik best even gezocht naar een nieuwe invulling van mijn leven. Ik heb een tijdje in een laboratorium gewerkt, maar daar kwamen de muren op me af. Wat een verschil met op de golfbaan lopen. Ik woon in het centrum van Zwolle en als ik thuis op de fiets stap ben ik binnen tien minuten in de natuur. Veel beter dan dat wordt het natuurlijk niet. Dankzij golf kom je op de mooiste plekken, want de banen liggen niet zomaar ergens. Ook in het buitenland niet.”
In de lente kom ik terug om van een golfzomer te genieten
Dat ook golfen in een berglandschap haar enorm aanspreekt, is niet bepaald vreemd. In de winter is Van Beek skilerares. De bergen trekken gewoon. “Het gaat me dan niet eens om de kwaliteit van de banen, maar als je de bal ziet vliegen met daarachter mooie rotspartijen, dat is wel erg bijzonder. Ik geef les in Sankt Anton en waar in de winter de kinderweide is, wordt in de zomer gegolft. Het is een klein baantje maar heel steil. Ik heb er afgelopen zomer gespeeld en ik schrok van de hoogteverschillen.”
Na die ene ‘illegale’ ronde op golfclub Zwolle is Van Beek inmiddels ‘legaal’ op diezelfde plek kind aan huis. Met haar achtergrond als topsporter geeft ze nu zelfs op de club golflessen en clinics aan beginnende jeugd.
Dat is eigenlijk een nieuwe zijstraat van de weg die ze na haar schaatscarrière was ingeslagen. “Ik zocht nog iets om in de zomer te doen. Toen kwamen ze op de club met de vraag of ik niet lesjes en clinics wilde geven. Nu golf ik zelf natuurlijk nog niet zo lang, maar het is hartstikke leuk om met die beginnende jeugd aan de slag te gaan. Wat dat betreft heb ik het goed voor elkaar. In de wintermaanden, wanneer de banen in Nederland er toch iets minder mooi bij liggen, zit ik in de sneeuw. En in de lente, als de banen er hier weer strak uitzien, kom ik terug om te genieten van een heerlijke golfzomer.”