Henrique had zijn afscheid van het honkbal al eerder aangekondigd. “Dit is mijn zeventiende seizoen op het hoogste niveau. Ik heb altijd gezegd: zodra ik vader word, stop ik. Twee jaar geleden kregen we een zoon, Raeson. Toen wilde ik ook stoppen, maar omdat ik een weddenschap verloor moest ik er nog een jaar aan vastplakken", legt hij uit.
"Ik had geroepen nog een jaar door te gaan als de Amsterdam Pirates kampioen zouden worden. In mijn hoofd was die kans heel klein, maar het gebeurde en ik moest mijn belofte nakomen. In dat jaar kwam ik er ook achter dat het best leuk was om op het veld te staan terwijl je zoon komt kijken.”
Nu doet hij geen beloftes meer, maar Henrique voelt ‘aan alles’ dat het te veel wordt. “Raeson groeit zo snel. Ik mis thuis te veel. We spelen drie wedstrijden per week en hebben ook nog training. Van februari tot en met oktober. Ik moet veel meer doen dan die jonge gasten om mijn spieren sterk te houden. Pas noemden ze me nog een oldtimer.”
Een andere reden om te stoppen is golf. “Ik kan niet én vier dagen honkballen, én vier dagen werken, én daarnaast ook nog fanatiek golfen. Op een gegeven moment moet je keuzes maken. Ik merk dat het plezier voor honkbal afneemt, terwijl ik juist meer van golf ben gaan houden.”
Mijn grote droom was de Major League halen, prof worden
Het zal een jaar op vijf geleden geweest zijn, zegt Henrique, dat hij door twee vrienden uit het honkbal de golfsport werd ingetrokken. “Zij waren destijds al gestopt en helemaal overgestapt naar golf. Vooral een van hen, Nick Urbanus, houd ik daar verantwoordelijk voor. Hij had nog een paar dagkaarten voor Amsteldijk die bijna verliepen. Toen besloten we een keer mee te gaan. Na drie, vier keer wist ik het zeker: ik wilde mijn GVB halen.”
Hij raakte verknocht aan golf. Het woord ‘verslaafd’ gaat hem nog iets te ver, maar ‘het scheelde niet veel’. “We maakten direct een appgolfgroepje aan, motiveerden elkaar. Wanneer gaan we weer? Wie gaat er mee? Wie regelt het? Een van ons ging te hard. Hij stond op een gegeven moment vier dagen per week op de golfbaan, nam lessen en zat heel snel op een single handicap. Het voordeel was wel dat hij ons bleef vragen. Zo konden we een beetje in zijn tempo meegroeien.”
Henrique groeide op in Curaçao. Daar begon hij als vijfjarige met honkbal. Zes jaar later verhuisde hij naar Nederland en doorliep alle Nederlandse jeugdselecties. Hij speelde zes jaar voor het Nederlands team, dat wereldwijd beter bekend staat als Team Kingdom of the Netherlands.
Hoogtepunten waren voor hem de Haarlem Honkbalweek. Omdat voor de grote internationale kampioenschappen veel in het buitenland spelende internationals werden opgetrommeld, speelde hij geen EK’s of WK’s. “Ik heb nooit in Amerika gespeeld. Natuurlijk was dat wel mijn grote droom. Ik wilde prof worden, de Major League halen. Maar in de honkbalwereld geldt: als je na je negentiende nog niet ergens hebt getekend, dan wordt het bijna onmogelijk. Toen ik twintig was, maakte ik mijn debuut in het Nederlands team. Ik kreeg op dat moment een A-status. Honkbal werd op dat moment mijn werk.”
Golf verstoort je techniek bij honkbal. Je moet steeds schakelenToen hij een aantal jaren bij Oranje uit beeld raakte, had hij er vrede mee. “Ik kwam in het ‘normale’ leven terecht en speelde ‘gewoon’ clubhonkbal in Nederland. Ik had dan wel niet mijn grote droom waargemaakt, maar ik kon nog steeds op hoog niveau spelen.”
Voor de 35-jarige outfielder, die meerdere seizoenen met het hoogste slaggemiddelde tot beste slagman in de hoofdklasse werd uitgeroepen, moet golf bijna een ‘tweede natuur’ zijn. Balgevoel, een uitstekende oog-hand-balcoördinatie, swingen maar!
“Klopt. Ik raak de bal makkelijk. Maar de bal goed raken en recht slaan, dat is weer een heel ander verhaal. Het grootste verschil tussen honkbal en golf zit ‘m in de beweging. Honkbal is enorm dynamisch. Je lichaam laadt op, je handen bewegen mee en je benen draaien explosief. Alles werkt samen in een krachtige, horizontale beweging. In golf is het precies het tegenovergestelde. Alles is gecontroleerd, statisch bijna. Je draait om je as, probeert stabiel te blijven. Dat is een totaal andere benadering.”
Henrique legt het nog wat gedetailleerder uit. “In honkbal wil je bínnen de bal slaan. In golf moet je juist óp de bal slaan. Dat is ook mentaal een enorme omschakeling. Zeker in het seizoen merk ik dat mijn hoofd automatisch in de honkbalstand staat. Dan wil ik die dynamiek erin houden, terwijl golf iets totaal anders vraagt.”
Voor veel honkballers een reden om niet tijdens het seizoen naar de drivingrange of golfbaan te gaan. Coaches zijn er al helemaal niet blij mee. Henrique: “Het verstoort je techniek. Je moet telkens schakelen. Voor mij is het gelukkig net iets anders, want ik golf met rechts en honkbal met links. Van nature ben ik rechts, maar ik heb links honkballen aangeleerd. Daardoor zit golf me minder in de weg tijdens het honkbalseizoen.”
Daar heeft hij over een paar maanden helemaal geen last meer van, wanneer hij de knuppel in de kelder gooit. Hoewel dan weer andere uitdagingen om de hoek kijken. “Golf is leuk, maar ook frustrerend. In het begin vond ik dat nog wel grappig. Je speelt met een hoge handicap, krijgt slagen mee, dus fouten maken mag. Maar naarmate je beter wordt, groeit je verwachting."
"Nu zit ik in een fase waarin ik denk: kom op, je weet dit. Je kan dit, doe niet zo dom. En dat is frustrerend. Elke slechte qualifying scorekaart laat je twijfelen, elke goede kaart maakt je hongerig naar meer. Dat is het gekke: of je nu goed speelt of slecht, je wilt altijd terug de baan op. Het blijft je uitdagen.”
Het lijkt bijna een vanzelfsprekendheid, dat honkballers die met een knuppel een bal van ongeveer 150 gram en een omtrek van 23 centimeter 122 meter door de lucht slaan voor een homerun, ook het liefst een driver uit de tas pakken. Zo werkt het ook wel een beetje bij Roelie Henrique. “Als honkballer stond ik lang bekend om mijn slagkracht. Mijn statistieken waren altijd prima, met een hoge gemiddelde score in honkslagen. Die kracht zie je ook terug in mijn golf."
Chippen is een ramp. Ik haat chippen
"Op een warme dag haal ik met een goede drive makkelijk 270 meter. Op elke andere dag mik ik op 240 meter. Dat is mijn veilige afstand, met een grotere kans dat de bal op de fairway eindigt. Van elke vier of vijf drives gaat er zeker één helemaal mis. Soms weet ik dat ik beter voor zekerheid kan kiezen, maar dan komt dat honkbalinstinct bovendrijven en zegt een stemmetje: ‘Als ik deze goed raak, ligt-ie op de green…' Dus pak ik toch vaak die driver, terwijl ik beter met een ijzer-5 200 meter kan slaan.”
“Mijn sterke punten zijn duidelijk: pitchen en putten. Alles tussen de 100 en 130 meter voelt comfortabel. Ik durf wel te zeggen dat ik op de greens een van de betere putters ben. Chippen is een ramp. Ik haat chippen. Daarvoor moet je beweging rustig, beheerst zijn. Veel te gevoelig. Ik heb ook geen vertrouwen in mijn chippen. Ik houd van Texas wedge; zo veel mogelijk putten.”
Over zijn ervaringen op de golfbaan vlogt hij inmiddels ook. “Ik begon met vloggen over honkbal. Ik dacht: het is leuk om mensen een kijkje achter de schermen te geven. Hoe ziet een training eruit? Hoe verloopt een wedstrijd? Wat gebeurt er tijdens een trip met het team? Gewoon laten zien hoe het leven van een honkballer is."
"Ik vond dat interessant, dus begon mijn sport een beetje vast te leggen. Ik liet me inspireren door een speler in de Major League Baseball, die tijdens een wedstrijd een microfoon kreeg opgespeld en werd gefilmd. Op televisie kon je live horen wat hij zei, wat hij dacht en hoe hij communiceerde met teamgenoten. Dat was zó interessant. Toen dacht ik: waarom zou ik dat ook niet proberen?”
Mijn eerste video werd meer dan 60.000 keer bekeken. Toen dacht ik: oké, dit werkt
Nu past hij dat recept toe op zijn golfavonturen. “Dat zie je in Amerika veel. Die youtubers maken van alles mee, goede slagen, slechte slagen en laten dat zien. Niet alleen de birdies en de parren, maar ook de missers; de dubbels, de drie slechte slagen achter elkaar. Dát is juist herkenbaar. Mijn eerste video nam ik op met een vriend, Wouter. Die video werd meer dan 60.000 keer bekeken. Toen dacht ik: oké, dit werkt.”
Wie weet vlogt hij binnen afzienbare tijd over het debuut van Raeson op de golfbaan of de eerste 9 holes van zijn echtgenote. Die vindt het leuk om tijdens een rondje mee te rijden of heel af en toe op de drivingrange een bal te slaan, maar nog niet meer dan dat. “Na tien holes in de buggy is de lol er voor haar wel af en wil ze terug naar het clubhuis. Maar ze gaat toch steeds weer mee. Dat waardeer ik echt. Ik ga niemand pushen, maar het zou best kunnen dat we in toekomst nog eens met het gezin samen spelen.”