Zes holes van de waarheid

10 juli 2015 Redactie GOLF.NL
The old course is dit jaar het toneel van The Open. Zeker niet de moeilijkste baan, maar het kan er spoken. Hier een analyse van zes holes die cruciaal kunnen blijken.

De Old Course is in veel opzichten uniek. De baan start en eindigt in het stadje, heeft zeven dubbele greens en een historie en sfeer die geen andere golfbaan waar ook ter wereld kan evenaren. Voor dit Open speelt de baan 6680 meter – niet lang en zeker niet voor een linksbaan die in de zomer hard speelt met veel rol. Er wordt gesuggereerd dat de baan te makkelijk is voor de moderne pro’s als het weer niet voor extra moeilijkheden zorgt. Daar zit zeker iets in; de winnende scores op St. Andrews zijn vaak een stuk lager dan op andere banen. Maar als het weer een factor wordt, kan de Old Course een beest worden, zoals Rory McIlroy ervoer in The Open van 2010. Na een evenaring van het record op donderdag met een 63, kwam hij een dag later in slecht weer tot een ronde 80. Wat de strategie betreft, links houden van de tee is het mantra, rechts wacht het gevaar. Je moet de bunkers vermijden, vooral de duivelse waarin je kansloos bent, zowel op de fairway als die bij de greens. En zorg dat je heel erg op tik bent met je putter want sommige putts op de enorme dubbele greens zullen heel erg lang zijn, vooral als het waait en spelen naar de vlag problematisch wordt. 

Aanpassingen 

Twintig jaar geleden won John Daly, een erkende longhitter, het toernooi vooral met magistraal spel op en rond de greens. En in 2000 bespaarde Tiger Woods zichzelf ergernis over de Old Course door simpelweg niet één keer in een bunker te komen in een masterclass. Er is een paar niet al te ingrijpende veranderingen aangebracht sinds Louis Oosthuizen het laatste Open op de Old Course won in 2010 met een voorsprong van zeven slagen. De belangrijkste momenten in zijn laatste ronde speelden zich af op de zes holes die we hier gaan analyseren. Het zou heel goed kunnen dat een of meerdere van die holes bepalend gaan zijn voor wie er volgende week de opvolger wordt van Louis Oosthuizen.

HOLE 5 | HOLE O’CROSS (OUT) PAR 5 519 METER

De dubbelgreen die gedeeld wordt door hole vijf en dertien is vermoedelijk de grootste green op aarde met een oppervlakte van 3.515 m2 . Er zijn maar twee par-vijfholes op de Old Course die parallel aan elkaar lopen. Links van de tee is doorgaans de veiligste route en dat geldt ook op hole vijf want spelen richting de brede fairway van hole veertien verkleint het risico je bal te verliezen of in de struiken terug te vinden. Maar het is zeker niet de ideale lijn want de slag richting de green is vanaf links heel lastig. Vanaf de fairway van hole vijf is die tweede slag veel makkelijker, maar dan moet je met je drive wel de bunkers vermijden. En met de wind mee wordt de fairway voor de longhitters heel smal. De ingang tot de green is smal met drie gevaarlijke bunkers linksvoor. Deze par-vijf was de op een na makkelijkste hole in The Open van 2010. 

Glorie 

De Zuid-Afrikaan Manny Zerman noteerde de enige albatross op deze hole in The Open op de Old Course, in de eerste ronde in 2000. In totaal zijn er acht albatrossen in The Open gemaakt. De eerste was op Prestwick in 1870. Young Tom Morris maakte een drie op hole één die toen als een par-zes speelde. 

Rampspoed 

Mark Calcavecchia, Open-kampioen in 1989, draaide de klok terug in 2010. Na de eerste twee ronden stond de Amerikaan er heel goed voor, maar toen kwam op zaterdag hole vijf. Een negen, na een verloren bal en veel gedoe over een provisional dat hem drie strafslagen kostte.

HOLE 9 | THE END PAR 4 352 YARDS

De Old Course heeft een aantal korte par-vierholes die met een goede drive te halen zijn, afhankelijk van de weersomstandigheden. Alle spelers zien deze korte hole negen als een birdiekans, met een verre drive naar de green óf via een korte tweede slag. Om de hole wat beter te beschermen is er een bunker aan de linkerkant geplaatst op driveafstand. Met drie bunkers rechts en twee midden op de fairway maakt dat blind gaan voor de green met de driver net wat lastiger. Toch zal iedereen die, als het weer niet heel slecht is, geen birdie maakt het gevoel hebben dat hij een slag heeft laten liggen. In 2010 speelde de hole gemiddeld 3,7. 

Glorie 

In 2010 maakte Louis Oosthuizen bogey op hole acht in de laatste ronde, zijn voorsprong op Paul Casey bedroeg nog maar drie slagen. Vervolgens zag Oosthuizen hoe Casey zijn drive op de green van negen sloeg. De Zuid-Afrikaan antwoordde door zijn bal ook op de green te deponeren en vervolgens de putt voor eagle te maken en weer vier slagen voorsprong te nemen. 

Rampspoed 

Rampspoed is relatief als het gaat om hole negen want in 2010 was de slechtste score een dubbel-bogey. En in de 466 keer dat de hole werd gespeeld, werden er maar twee dubbels gemaakt. Ze kwamen op naam van Kenny Perry en Byeong-Hun An.

HOLE 11 | HIGH (IN) PAR 3 174 YARDS

De par-drie elfde hole was de op vier na moeilijkste hole in 2010. De green, die gedeeld wordt met hole zeven, is maar liefst 102 meter breed en heeft enorme contouren. De voorkant wordt bewaakt door Strath Bunker, en hoewel die bunker minder diep is dan voorheen, zal die voor ergernis zorgen, als de vlag voorop staat. De green van hole elf is aan de linkerkant iets aangepast zodat er meer pinposities mogelijk zijn. Van Strath Bunker en Hill Bunker aan de linkerkant moet je wegblijven maar de echte no-go area is over de green, want dan wacht een chip terug down the slope die bijna niet te stoppen is. 

Glorie

In de derde ronde in 1990 kreeg Fred Couples zijn bal pas bij de derde poging uit Strath Bunker. Het goede nieuws: bij die derde poging vloog de bal in de hole voor een acceptabele bogey. 

Rampspoed

In 1921 kreeg Bobby Jones zijn bal zelfs met vier pogingen niet over de wal van Hill Bunker op de green. Jones, in zijn jongere jaren nogal opvliegend van karakter, verscheurde naar verluidt ter plekke zijn scorekaart en liep de baan af.

HOLE 12 | HEATHERY (IN) PAR 4 348 YARDS

Nog een korte par-vier en een hole die er alles aan doet je te verleiden voor de green te gaan. Maar pas op, deze hole mag niet onderschat worden. Zie ook de scores in 2010: de op acht na moeilijkste hole van de baan met slechts een eagle en een – voor zo’n korte par-vier – beperkt aantal birdies, 64. Bijna honderd minder dan op de iets langere hole negen. Daar zijn twee redenen voor: een extreem lastige ondiepe green waar je niet overheen wilt slaan en een serie bunkers tussen 160 en ruim 200 meter van de tee. Die bunkers vangen de ballen van de spelers die niet voor de green gaan met hun afslag maar veilig willen spelen en net niet zuiver zijn van de tee. Vanuit die bunkers is par maken een flinke opgave, laat staan birdie. Aan de linkerkant wacht de mooi uitziende gorse waar je niet in moet komen, zoals Paul Casey (2010) kan beamen. Een geweldige risk-reward hole die met respect tegemoet getreden moet worden. 

Glorie

Tiger Woods maakte hier een einde aan de inhaalrace van David Duval in 2000. Woods haalde de green en maakte met twee putts birdie, Duval had van de rand van de green vier slagen nodig. Het gat was weer zes slagen, net als bij het begin van de ronde. 

Rampspoed

In 2010 kwam op hole twaalf een einde aan de droom van Paul Casey om The Open te winnen. Casey probeerde Oosthuizen te achterhalen, maar sloeg hier zijn bal links in de gorse en maakte een triple-bogey zeven tegenover de birdie drie van Oosthuizen die vervolgens niet meer in gevaar kwam.

HOLE 17 | ROAD PAR 4 495 YARDS

Een van de beroemdste holes in de wereld en met afstand de moeilijkste van de Old Course. In 2010 was de gemiddelde score 4,66. Iedereen die de hole heeft gespeeld snapt waarom. De ideale drive gaat over de hoek van het Old Course Hotel. Hoe meer naar rechts, hoe beter de hoek naar de heel ondiepe green. Te ver links vanaf de tee en met je tweede slag de green halen, is al bijna onmogelijk. De green wordt aan de voorkant oppermachtig bewaakt door de beruchte Road Bunker en achter de green is het weggetje met het befaamde muurtje. In 2010 werden er bijna net zo veel birdies gemaakt als dubbel-bogeys of slechter; dat zegt alles over deze hole. Bied de spelers vier keer een par aan en ze accepteren het juichend. Drie keer par een een bogey… daar tekenen ze waarschijnlijk ook meteen voor. 

Glorie

In 2010 lag de bal van Miguel Angel Jimenez bijna tegen de muur. Hij kon de slag maar op één manier spelen, tegen de muur slaan en hopen dat de bal richting de green zou ketsen. Dat gebeurde tot grote vreugde van het publiek. Dat de Spanjaard een dubbel-bogey zes maakte, ach dat deed niets af aan de feestvreugde… 

Rampspoed

Er valt heel veel te kiezen, maar we gaan toch voor Tommy Nakajima in 1978, derde ronde. De Japanner lag met twee keurig op de green. Putt te hard in de Road Bunker, met vier slagen er pas uit en twee putts voor een quintuple negen. Au!

HOLE 18 | TOM MORRIS PAR 4 357 YARDS

Slechts 326 meter en met een van de breedste fairways in golf speelde deze hole in 2010 gemiddeld 3,60. Maar de wetenschap dat je eigenlijk birdie moet maken, zorgt voor druk. Als je, zoals veel spelers doen, voor de green gaat met je drive hoef je de bal niet eens zo heel ver naar rechts te duwen of die is out of bounds. Dan is er voor de green natuurlijk de Valley of Sin, waarvandaan het, zeker als de vlag voorop staat, lastig is om een twee-putt te maken. De green – een van de vier op de baan die niet gedeeld wordt met een andere hole – is enorm groot en van rechtsachter is het allemaal downhill naar een pin aan de voorkant. 

Glorie

In de eerste ronde in 1990 maakte Nick Faldo van een solide ronde een heel erg goede door een chipand-run vanuit de Valley of Sin te holen voor eagle. Hij won het toernooi met vijf slagen voorsprong. 

Rampspoed 

De kleurrijke Doug Sanders had in 1970 een putt van een centimeter of tachtig voor de winst. Hij bezweek onder de druk en kreeg de bal niet in de buurt van de hole. de volgende dag werd hij in de play-off verslagen door Jack Nicklaus.


Tekst en Beeld Golf Monthly | Vertaling Gerard Louter

}