Golfclubontwerper: 'Het is alsof je een Formule 1-auto ontwerpt'

Alan Hocknell werkte bijna 25 jaar voor Callaway en lange tijd  als Senior Vice President R&D. De Amerikaan, die in Groot Brittannië opgroeide, werd liefkozend ‘Doc’ genoemd. Met een PhD in Impact Mechanics en een Master in Mechanical Engineering weet hij alles van golfballen en clubhoofden.  

“Ik was geïnteresseerd in vibration engineering, een deel daarvan is impact mechanics, en ik had het geluk dat ze op Loubourogh University ook geïnteresseerd waren in sport,” vertelt Hocknell over hoe hij het vak in is gerold. “Net nadat Callaway de Great Big Bertha lanceerde begon ik bij het bedrijf. Als kind mocht ik altijd laat opblijven om golf te kijken, dus voor mij was het geweldig om in golf te werken.”   

Wanneer begint de ontwikkeling van een nieuwe driver?

Normaal gesproken is de ‘cycle’ van de ontwikkeling van een nieuwe driver 18 maanden. Dat betekent niet dat de ontwikkeling van een nieuwe technologie zo lang duurt, want het kan soms jaren duren voordat een nieuwe technologie in een driver zit. In deze periode van anderhalf jaar ontwikkelen we de verschillende vormen van het clubhoofd, implementeren we de feedback van de tourspelers, werken we aan de gewichtsverdeling en het uiterlijk. Hoe eerder we kunnen starten, hoe beter, maar we willen natuurlijk ook de feedback van de recreatieve golfers op het huidige product meenemen in de volgende driver. Terwijl we met de driver van 2024 bezig zijn, werken we ook aan de driver van 2025, dus er zit overlap in deze periodes. 

Hoe zou je de vooruitgang in technologie in golfclubs omschrijven? 

Het zijn af en toe grote stappen met daartussen geleidelijke stapjes. Het is dus niet lineair. De Big Bertha en de EPIC met Jailbreak was bijvoorbeeld een grote stap voorwaarts. Dankzij het gebruiken van A.I. hebben we die ideeën over clubbladen kunnen verfijnen. Als er genoeg data is kan je computers zelf iets laten leren over wat er gebeurt als een golfclub in botsing komt met een golfbal. Dan gaat het niet altijd over balsnelheid maar ook over vergevingsgezindheid. Dat is acht jaar geleden en de kleine stapjes die we sindsdien hebben gemaakt leveren bij elkaar opgeteld een grote stap op. 

Iemand met handicap 5 heeft een andere driver nodig dan een speler met handicap 30 die het maximale uit zijn swing wilt halen

Is het met de limieten die gesteld zijn door de R&A nog mogelijk om een driver te maken die steeds verder vliegt?

De regels van de R&A zijn gericht op begrenzing van het trampoline-effect en de Characteristic Time (klik hier voor meer informatie over de tests van de R&A, red.), maar er zijn manieren om meer balsnelheid te genereren met dezelfde hoeveelheid CT. Zeker als het gaat om het gebied op het clubblad naast de sweetspot. Om daar de snelheid te maximaliseren zit de uitdaging. 

Is door de limieten het ontwerpen van een driver nog wel leuk? 

Ik denk dat het soort plezier een beetje veranderd is. Als er geen regels waren gingen we allemaal voor de hoogste balsnelheid, maar nu er wel restricties zijn is het alsof je een Formule 1-auto ontwerpt. Er zitten ook veel restricties op die auto’s, maar ze gaan nog steeds heel hard en rijden elk jaar snellere rondjes. Het plezier is dus anders. Ons doel is niet om één driver zo snel mogelijk te maken, maar verschillende drivers zo snel mogelijk voor verschillende type golfers. Iemand met handicap 5 heeft een andere driver nodig dan een speler met handicap 30 die het maximale uit zijn swing wilt halen. We kunnen nog steeds verbeteringen voor dat type golfer realiseren waardoor ook zij verder gaan slaan. De behoeften snappen en een product ontwerpen voor die verschillende golfers geeft plezier. 

Hoe heeft clubfitting jouw vak veranderd?

We hebben veel meer geleerd over golfers door de data die is vergaard met clubfittingen. En ook niet onbelangrijk: door fitting kunnen we veel beter laten zien wat onze clubs doen. Dankzij launch monitors kunnen we bijvoorbeeld de spin en de vertrekhoek meten. Als we kunnen laten zien dat golfclubs beter presteren helpt dat natuurlijk om golfclubs te verkopen.

Wat is wat jou betreft nog een andere belangrijke ontwikkeling op het gebied van golfclubs?

Dat is het gebruik en combineren van verschillende materialen. Elk materiaal heeft andere eigenschappen en de kunst is om het beste materiaal te vinden om een bepaalde functie te vervullen in het clubhoofd. Zo zijn er materialen om het gewicht te beïnvloeden op bepaalde plekken, terwijl andere materialen weer meer geschikt zijn om bijvoorbeeld het clubblad beter te laten voelen of klinken. Het is elke keer weer een mooie puzzel om op te lossen en met nieuwe ideeën te komen om de golfer te helpen.  

GOLF.NL sprak Alan Hocknell toen hij nog werkzaam was bij Callaway. Tegenwoordig werkt Hocknell voor Titleist.