Vanwege een werkdag die onverwacht afgezegd werd, had ik te maken met een plotseling lege agenda. De kinderen op school, iedereen aan het werk en een klein zonnetje in de lucht. Wat te doen op misschien wel een van de laatste mooie dagen van het jaar?
Nou ben ik van nature een sociale golfer, ik speel graag met dan wel tegen iemand. Niet alleen omdat dat een stukje competitie geeft, wat ik leuk vind, maar ook omdat je kunt delen hoe je je voelt over je spel, het goede en het slechte gevoel. Hetzelfde heb ik met zwemmen in zee. Je kunt het prima in je eentje doen, maar dan lig je daar en dan? Met z’n tweeën ga je samen door de kou heen, je zwemt wat, je kletst wat. Leuk. In je eentje is het toch anders.
Maar, ik had zin om te golfen. Dus besloot ik, bij gebrek aan gezelschap, solo te gaan. Het voordeel is ook dat er op tien minuten van mijn huis een baan is, dat maakt de drempel een stuk lager. De hele ronde was zoals ik van mijn spel mag verwachten, niet noemenswaardig. Er zaten wat afzwaaiers bij, wat ballen die prima te noemen waren en verder was dat dat.
Een goede bal, een fijn begin, meestal is het daarna afgelopen
Behalve de tweede hole, par 4. Er zit een knik in deze hole, die maakt dat je vanaf de teebox de vlag niet kunt zien. Met een lengte van 243 meter haal je het ook nooit in een keer naar de vlag, althans ik niet. Eerst moet je dus rechtdoor slaan. Dan knik je de andere kant op en dan hoop je in de buurt van de green te komen.
Ik sla af met mijn driver en de bal gaat kaarsrecht door het midden. Iets wat voor mij geenszins een vanzelfsprekendheid is, aangezien mijn ballen meestal afzwaaien naar links of naar rechts. Een goede bal, een fijn begin, meestal is het daarna afgelopen.
Maar ditmaal niet. Ook mijn tweede bal - en nogmaals, dit is louter geluk, geen wijsheid - gaat perfect en landt op een halve meter van de eindbestemming. Ik moet mezelf rustig houden, want als ik nu al denk: deze bal is niet te missen, dan gaat hij eigenlijk altijd naast.
Ik concentreer me, zak nog een keer door mijn knieën zoals ik golfers op televisie zie doen. Geen idee of het helpt, maar baat het niet dan schaadt het niet en ziet het er in ieder geval uit alsof ik weet wat ik aan het doen ben. En daar komt het eenzaamste moment van mijn dag, want ik speel de bal en die gaat inderdaad de hole in…
Als niemand kijkt, dan telt het niet
Ik slaak een kreet van vreugde en het zou het ideale moment zijn voor een high five. Behalve dus dat ik helemaal alleen ben. Niemand om het mee te vieren, niemand die het heeft gezien en kan zeggen: mooi gedaan. Gewoon helemaal niemand. De gedachte dat dit mogelijk mijn mooiste golfprestatie ooit is, in m’n hele leven als golfer, en dat er dan juist nu niemand bij is, heeft toch iets triests.
Het is net zoals in het liedje van Kinderen voor Kinderen, Als niemand kijkt. Als niemand kijkt, dan telt het niet. Het telt pas echt als iemand ziet wat je kan. Jullie hebben het dan niet kunnen zien, nu zijn jullie wel deelgenoot - en dat telt voor de helft.