Heel wijd of juist smal? Zo leer je welke chipswing het beste bij je past, met tips van Dewi Weber

De chipbeweging zou je kunnen omschrijven als een swing waarbij de armen de vorm van een halve hoepel volgen. Maar hoe ver je armen van je lichaam wegdraaien is heel persoonlijk, dat kan met een wijde arc (boog) zijn of smal. Onze Nederlandse LPGA-speelster Dewi Weber laat zien hoe je jouw ideale chipswing kan vinden.

Vinden van 'Low point' is key

Bij een goede swing raak je eerst de bal en daarna de grond. Controle krijgen over het low point is het belangrijkst, aldus Dewi. Ze laat zien hoe je kan uitvinden welke swing het best bij je past, heel wijd of juist smal.

Als die beweging naar achter en naar voren dezelfde lengte heeft, komt dat je constantheid ten goede. En dat zorgt weer voor vertrouwen in de baan. Maar het helpt je ook om meer skills te ontwikkelen en als de situatie erom vraagt een ander chipshot te spelen.