Beeld: Koen Suyk
Beleving & Inspiratie

Fijn om een golfer te zijn

Beeld: Koen Suyk
Een ochtend zoals die alleen op de golfbaan kan bestaan. Een wolkeloze lucht, de zon nog krachteloos maar beloftevol, dauwdruppels op de fairway, de eerste tee droog gesweept door een ijverige greenkeeper en twee trappelende vijftigers met al een flink golfleven achter de rug klaar om af te slaan.
Mijn twijfel van de dag ervoor - was voor dit avondmens een 07:44 starttijd met golfvriend D. nou wel echt zo’n goed idee - maakt plaats voor de overtuiging dat dit een heerlijk rondje gaat worden, opgeluisterd met minimaal één birdie maar van een stuk of drie zou ik ook niet opkijken. Hoop is uitgestelde teleurstelling, die uitdrukking moet door een golfer zijn bedacht. Een stijve ultrakorte drive links tussen de bomen in het hogere gras. De Seve Ballesteros in mij ontwaakt, een bewuste lage hook onder een paar takken die prachtig bij de vlag eindigt, moet kunnen. Triple bogey 7, en daar kom je dan vroeg je bed voor uit. Op weinig plekken slaat hoop sneller om in teleurstelling dan op de golfbaan. Deze negentig graden dogleg naar links is ook zo’n ongelooflijk waardeloos ontworpen hole, echt één van de slechtste openingsholes van Nederland, jammer ik tegen golfvriend D. die begripvol knikte en stilletjes zijn par noteert.

Op slag vergeten

De zon schijnt steeds feller, de stramme spieren worden na iedere moeizame hole iets soepeler. Op weinig plekken maakt teleurstelling sneller plaats voor een intens gelukzalig gevoel dan op de golfbaan. Een fijn geraakte ijzer-7, de witte Titleist klimt in de blauwe lucht en ploft een paar seconden later zachtjes neer op een paar meter van de vlag, meer is niet nodig om een paar belabberde holes op slag te vergeten. Lekker vroeg in de ochtend starten, dat gaan we veel vaker doen, zeg ik opgetogen tegen golfvriend D. die lang geleden nationale amateurtitels won, een paar jaar terug in een peilloos diepe golfcrisis belandde, bewonderenswaardig opkrabbelde en nu de fairways weer feilloos weet te vinden. “Wat is het toch fijn om een golfer te zijn”, zegt golfvriend D. nadat hij zijn afslag met een fraaie fade rechts op de fairway van hole 8 ziet belanden. Ja, wat is het is toch fijn om een golfer te zijn. Twee vijftigers, van verschillende spelniveaus maar beide met talloze rondjes golf in de benen, beseffen dat die ochtend voor de zoveelste keer.

Gelukvogels

Afgelopen jaren is het aantal golfers in Nederland flink toegenomen waarbij corona natuurlijk een belangrijke rol speelde. En al die nieuwe golfers ervaren dat golf een technisch moeilijke sport is, steeds als je denkt de swing onder controle te hebben, sla je weer een paar armetierige ballen. Van hoop naar teleurstelling, telkens weer, met af toe het gelukzalige en niet te overtreffen gevoel van een perfect geraakte bal, dat maakt golf tot de prachtige sport die het is. Lang niet iedereen ziet daar de schoonheid van in. Van die duizenden nieuwe golfers haken er daarom flinke aantallen weer af. Maar op dit moment staan er op drivingranges en golfbanen in Nederland ook heel veel nieuwe golfers die, zonder dat ze het misschien zelf al beseffen, verslaafd zijn geraakt aan de sport. Golf is met ze aan de haal gegaan, en dan is er geen weg meer terug. Dat zijn de gelukvogels, want ook al verdwijnen er af en toe wat ballen in het water, het is en blijft heel fijn om een golfer te zijn. En hoop is ook een uitgestelde birdie.