Komen jouw clubs door de APK? Met deze checklist begin je scherp aan nieuw golfjaar

1. Zijn je grips nog goed?

Hoe vaak vervang jij de grips van je golfclubs? Een beetje fanatieke golfer doet het elk jaar, bijvoorbeeld aan het begin van het seizoen. Logisch, want het is het enige onderdeel van de golfclub waar je contact mee maakt.

Moderne golfgrips worden steeds beter en gaan steeds langer mee. Maar toch: zweet, de weerselementen, vet en ander vuil kunnen ervoor zorgen dat grips kleefkracht verliezen. Als je grips glad zijn ga je sneller knijpen en dat gaat ten koste van het gevoel. Daarnaast verkramp je sneller als je knijpt en is het moeilijker om flexibel te blijven en goed te draaien. 

Zitten er scheurtjes in je grips of zijn ze heel erg hard? Dan zijn ze echt aan vervanging toe. Heb je je grips nog niet zo lang, of wil je ze niet vervangen omdat je net een andere investering in je spel hebt gedaan? Met water, een beetje afwasmiddel of groene zeep en een schuurspons zijn ze prima schoon te maken en zul je merken dat de grips zonder het vuil weer wat beter kleven.

Tip: als je toch bezig bent met water en wasmiddel, lees dan hier hoe je ook meteen de groeven van je golfclub schoonmaakt.

Heb je nooit stilgestaan bij de dikte van je grips? Het kan geen kwaad om bij vervanging van je grips te controleren of je met de juiste dikte speelt. In een golfwinkel is dit makkelijk op te meten. Een te dikke of te dunne grip kan veel gevolgen hebben voor je spel. In het algemeen is het zo dat je met een dunne grip makkelijker de bal kan 'hooken' (te veel effect van rechts naar links), en met te dikke grips 'slicen' (te veel effect van links naar rechts). Let op: je gevoel blijft het belangrijkste. Als een dikkere of dunne grip simpelweg beter voelt, is er geen enkele reden om voor iets anders te gaan. Een kwestie van uitproberen dus!

Klik hier voor een artikel over verschillende golfgrips.

Je praat al gauw over een afwijking van vijf meter en in extreme gevallen soms wel tien als de lie angles echt niet kloppen

2. Laat je lie angles controleren

Als de lie angles van je clubs niet goed zijn, kan dat grote gevolgen hebben voor de richting waarop je bal vertrekt. De lie angle is de hoek tussen de hosel (het deel van het clubhoofd waar de shaft in gaat) en de grond als het clubhoofd op de grond rust en de groeven evenwijdig op de grond staan. Hoe groter deze hoek hoe meer de club 'upright' is. Hoe kleiner deze hoek, hoe meer 'flat' de club is. Staan je clubs teveel 'upright'? Dan zorgt dat - als je rechtshandig bent - voor een afwijking naar links. Staan je clubs te 'flat'? Dan zorgt dat - als je rechtshandig bent - voor balcontact op de teen en een afwijking naar rechts (klik hier voor een afbeelding met uitleg). Je praat al gauw over een afwijking van vijf meter en in extreme gevallen soms wel tien als de lie angles echt niet kloppen.

Omdat clubs verschillende lengtes hebben (of je moet single length ijzers hebben) is de lie angle voor lange clubs kleiner (en dus meer flat) en bij korte clubs juist groter (meer upright). Dit is fijn omdat je hierdoor nagenoeg dezelfde houding kan aanhouden met de verschillende clubs in je tas. 

Het beste is om je lie angles te bepalen op basis van je swing, en dus niet voor standaard lie angles te gaan op basis van je lengte. De lie angle van je driver, woods of hybrides zijn doorgaans iets minder belangrijk, maar kunnen nog wel degelijk invloed hebben op de vertrekrichting. Bijna alle moderne drivers zijn ook aan te passen in lie angle, waarmee je juist een fade of draw kan aanmoedigen. 

De lie angle op je putter is ook erg belangrijk, want een verkeerde lie angle maakt het moeilijker om je natuurlijke zwaaibaan te volgen en zuiver contact met de bal te maken. Hoe ver of dichtbij je bij de bal staat met je putter is bepalend voor de juiste lie angle. Als je dichtbij de bal staat is een meer upright lie angle beter, terwijl als je juist verder van de bal staat de lie angle flatter moet zijn.  

Net als de loft (zie punt 3) kan je dit laten controleren - en eventueel aan laten passen - door een clubfitter.

3. Controleer de lofts

De loft - de hellingshoek van het clubblad - van een golfclub heeft veel invloed op de balvlucht, de hoeveelheid spin en de afstand. Als de lofts van je club niet goed zijn kan dat zorgen voor te grote of te kleine afstandsverschillen tussen je clubs. Door het slaan van veel ballen kunnen de lofts van je clubs na verloop van tijd veranderen. Simpel gezegd: ze buigen. Vooral gesmede ijzers (forged) hebben de neiging om na verloop van tijd te buigen. Ook als je net nieuwe ijzers hebt is het verstandig om ze te laten controleren. De productietoleranties van ijzers uit de fabriek worden steeds beter, maar het kan zijn dat ze niet helemaal perfect zijn. Een beetje clubfitter (zie video onder) heeft dit zo opgemeten en deze kleine investering kan veel doen voor je spel. Voor alle punten in deze checklist geldt dat het vertrouwen kan geven als je weet dat je materiaal in orde is.

Laat je ego niet in de weg zitten en wees eerlijk!

4. Meet de afstandsverschillen tussen je clubs